Volledige werken. Deel 2. Minnebrieven. Over vrijen arbeid in Nederlands-Indië. Brief aan Quintillianus. Ideeën, eerste bundel

Van Fancy

O Max, help my, ik zit in nood - zonder water, alweer - ik heb uw hulp nodig! Zyt gy meester in de rechten, of procureur of deurwaarder... in 't kort, iemand die verstand heeft van de wet? Want er komt veel wet in de historie die my nu overkomen is. Ik wil volstrekt weten of men een piano mag meenemen in... 't verbeterhuis? Dáárheen namelyk leidt myn eerstvolgende verhuizing...

Ik ben nog niet bekomen van den schrik. Raad my, help my, schaak my... als 't wezen moet. Ge zyt my dat alles schuldig, Max, want ik lyd om uwentwil. Als gy te Lebak hadt meegeknoeid, zou ik nu geen behoefte hebben aan verbetering. Antwoord terstond of ik myn piano mag meenemen, hoewel die niet zal verbeteren in zo'n gesticht... Ach, ik ook niet misschien... om 't even! Ik speel de Saïdjah van Richard Hol ‘heel lief’ en zou 't niet jammer wezen als ik nu in dat tuchthuis... 't hoofd loopt me om. Ik word geroepen... neen, 't is de tocht... Daar komen ze... Ik hoor ze op den trap... zware schreden... hu!... Agenten van politie zeker, om my te verbeteren... neen, 't was myn katje... geschoeid door myn geweten. Nooit zal ik

[p. 59]

aant.
aant.
't weer knypen, nooit... dat zweer ik! Ik weet nu wat het is, geknepen te worden! Zodra 't nieuwmaan wordt, zult ge... nu word ik inderdaad geroepen. Ik heb haast, ik heb angst... och, kon ik vliegen!...

Ja, was ik nu maar een licht meisje, zo als gy volstrekt van my maken wilt. Dan Het ik my door niemand verbeteren... Max, help my! Als ik dan tóch verbeterd moet worden, heb ik liever dat gy 't doet... maar liever blyf ik wat ik ben.