Van Tine
Hierby tien franken, en Fancy's brief dien ik gelezen heb.
Ga tot haar, en vraag vergeving. Dat moet ge doen, dat zult ge doen. Gy kunt niet leven zonder Fancy. Háár afwyzen is zelfmoord, Max!
Ik maak haast om de tien franken. Geef die aan de meisjes, die voor u gezongen hebben, en laat ze den bon op Insulinde maar houden bovendien.
O, De Pène heeft gelyk... c'est un emploi assez difficile que d'être la femme d'un poète...
Want tóch zyt ge een dichter, Max, al wilt ge 't niet weten... Nu, nu, ik klaag niet, en ik zal 't niemand zeggen. Wanneer komt ge eens weer hier, om my te slaan? Maar Fancy gaat vóór, dat beken ik. Zonder my zoudt ge kunnen leven, zonder haar... nooit! Dag lieve, dwaze, ondeugende dichter.