Nommerkransje(1838)–J.F.L. Müller– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 23] [p. 23] Acht maal tien is tachtig. Jantje, een lieve, brave jongen, Bijna zestig maanden oud, Werd aan 's Onderwijzers leiding Door zijne Ouders toevertrouwd. Zie hem zitten! hoe aandachtig Luistert hij naar 't onderrigt, En de glans van vergenoegdheid Zweeft hem over 't aangezigt. Van de Tachtig kindren, die men In de school aanwezig ziet, Zit ons Jantje wel het laagste Maar is vast de traagste niet. Ja, ik durf er wel op wedden; Dat, eer 't volgend jaar zich sluit, Jan reeds aan de tweede rij zit, Juist tien plaatsen meer vooruit. Vorige Volgende