Wintersport
(1893)–Pim Mulier– Auteursrecht onbekend(Bal-Drijven).C.G. Tebbutt.
Bandey is mijn meest gelief. koosde uitspanning, het is het ‘vlugste’ (fastest) spel ter wereld, vlugger dan voetbal, base-ball of Lacrosse, het is pittiger dan cricket, tennis of golf en slechts ‘Polo’ hetwelk door de Engelsche officieren te paard wordt gespeeld, doch overigens in vele opzichten met bandy overeenkomst heeft, komt ons geliefdkoosde spel nabij. Is het een oud-Engelsch dan wel een oud-Friesch spel? Wel werd er in Holland in de 16e eeuw gekolfd, doch dit was slechts een overbrenging van de kolfbaan op het ijs. In Wolvega (Fr.) wordt het Bandy spel gespeeld onder den naam van Keu Jaegen, dat is ‘een houten bal’ jaegen (jagen) of drijven. Of nu de Engelschen | |
[pagina 175]
| |
het eerder hebben gekend weet ik niet. Wel weet ik, dat het ook daar reeds voor een eeuw gespeeld werd. De wedstrijden hadden plaats tusschen de verschillende dorpen en de prijs was een schapenbout, die men gezamentlijk opat. De regels van het spel zijn in korte trekken de volgende: Het veld moet zijn minstens 100 yards of 91.05 meter bij 50 yards. Beter is het, het terrein 150 bij 100 te maken. De doelen staan in het midden van de korte zijden, deze zijden heeten de goal-lijnen of doel-lijnen, de lange zijden heeten de zijlijnen of grenzen. Deze doelen zullen bestaan uit een poort van 3 latten, 12 voeten breed en 7 voeten hoog. De bandy of kolf is van hout, niet breeder dan 2 duim, op welk gedeelte ook, en zal geen metaal bevatten of scherpe kanten. De bal is van gummi, niet kleiner dan 2¼ duim, niet grooter dan 2¾ duim in diameter. Het is wenschelijk de bal rood te verven. Men zal raden welk doel men wenscht | |
[pagina 176]
| |
hooger dan de schouder oplichten, wanneer men naar den bal slaat. (Strikes ‘at’ the ball). De bal mag met elk gedeelte van het lichaam of de kolf worden tegengehouden, doch hij mag niet worden opgeraapt, gegooid of geduwd, behalve met de kolf. Het is verboden iemand onderste boven te rijden, door op hem aan te rijden met dat doel (charging) de bal of een tegenstander te schoppen, iemand vast te houden of door het uitsteken van de schaats of bandy klaarblijkelijk te doen vallen. Het is verboden de kolf te werpen, en kennelijk ‘ruw’ spel is eveneens verboden. Het is verboden met de kolven een anderman's kolf vast te haken. (Een zeer bezwaarlijke en m.i. zeer verkeerde regel). Bij een vrijen slag mag niemand van de tegen. partij binnen 5 pas van de plaats komen vanwaar de bal geslagen wordt doch geen speler behoeft achter zijn goal-lijn te gaan staan. Geen goal kan van een vrijen slag gemaakt worden, tenzij de bal eerst een der spelers aanrake. Bij een vrijen slag, (free hit) een hoekslag, of wanneer de bal vanaf de goal-lijn geslagen wordt, of van de grenslijn wordt ingegooid, mag degene die dien slag of worp doet den bal niet eerder weer aanraken, voor dat hij (de bal) door een ander speler is aangeraakt. Wanneer de bal de zijlijn gepasseerd heeft, zal hij onmiddelijk vanaf die plaats, (loodrecht op de zijlijn | |
[pagina 177]
| |
vanaf de doelijn. Doch indien de bal het laatst door iemand der verdedigende partij is aangeraakt, voor hij over de doellijn ging, zal de aanvallende partij een vrijen slag hebben van eenig punt van de grenslijn, gelegen op minstens 1 pas van den hoek, (de hoekslag of corner-hit); op zulk een oogenblik moeten alle verdedigers achter hun goal-lijn staan.Na reeds dikwijls met den Heer C.G. Tebbutt gecorrespondeerd te hebben over het invoeren van het spel in Nederland, gelukte het mij Z.E. in den winter van 1890 - 91 Het Engelsche elftal Bandyspelers van de Bury-Fen-Bandy Club.
over te halen om met een XI spelers van de Bury-Fen-Bandy Club over te komen. Zij brachten de kolven en den bal mede en wij hielden een eersten oefenings-wedstrijd op de baan te Haarlem, (welwillend door het Bestuur daartoe | |
[pagina 178]
| |
afgestaan. Het B.F.C. XI bestond uit de H.H. W. Minson (doel), Arnold en C.G. Tebbutt (captain) achterhoede, H. Wadsworth, F. Jewson, Maurice Warren, Jos. Goodman, Sidney Tebbutt, (voorhoede) en Neville Tebbutt en Tarring (middenspelers). De Haarlemmers waren: Ples (doel), Koolhoven en v. Walcheren (achterh.), Klinkhamer, Graadt
[achterste rij] Oldenboom. Jhr. Schorer. Eldering. Eldering. Koolhoven. Eldering.
Pander.
[voorste rij] Ples. Eldering. Mulier. Westerveld. Tromp de Haas. van Roggen, Meijer, Menten, de Haas, W. Mulier (kapitein), van Manen en Jhr. Schorer. Wij werden geklopt met 14 goals tegen 1. Tegen de Amsterdammers maakten zij den volgenden dag nog meer goals. Het XItal bestond uit de H.H.: Vrouwes (capt.), Schilling, Holtz, Hondt, L. Posthuma, W. Mulier en Egmond. Het samenspel was zeer slecht. | |
[pagina 179]
| |
Den daarop volgenden dag trok ik met een 10 tal Haarlemsche spelers wederom naar Amsterdam en reeds toen hadden wij veel geleerd en sloegen de Engelsche gasten ons met minder groot verlies van goals. De spelers waren ditmaal: Ples (goal), Roggen, van Manen en Tideman (achterhoede), Koolhoven, Menten, Meijer, Mulier (kapitein), Klinkhamer. Thans verloren wij slechts met 6 - 0. Tebbutt zeide mij dat hij ten hoogste verwonderd was over onze 3 daagsche vorderingen en ik antwoordde hem, dat wij allen voetbalspelers waren en dat we hoopten het volgend jaar nog iets beter te zullen zijn. Dat waren we dan ook. Het volgend jaar waren we goed geoefend en hadden, dank zij de bemoeingen van den Heer Koolhoven, die de leiding van mij had overgenomen op een eigen terreintje op de ijsbaan flink geoefend, en speelden voor de IJ.C. ‘Haarlem en Omstreken.’ De B.F.B. Cl. bestond uit de H.H.: Thomson (goal), N. Tebbutt. W. Dell, Ulph, Kiddle, Wadsworth, B. Tarring, Swann, C. Tebbutt, F. Jewson en L. Tebbutt. De Haarlemmers uit: H. Westerveld (goal), J. Eldering en L. Koolhoven (achterh.), K. Pander, Jhr. W. Schorer en F.J. Eldering, P. Tromp de Haas, W. Mulier, J.C. Eldering, K. Ples en H. Eldering. Doch vlugger dan de vlugste Engelsche schaats zijn de beide backs, Eldering en Koolhoven (de captain). Pander is niet te passeeren en als de bal eenmaal in de voorhoede is, wordt er geklauwd en gedraaid en gepasseerd en ten slotte op het doel geranseld, dat het een lust is om te zien, doch nog prettiger om het mede te doen. Ieder brengt een puntje bij en ten slotte winnen wij met 8 tegen 1; een welverdiende zegen. Toen togen wij naar Heerenveen en Bolsward. Te Heerenveen speelden wij een gemengden wedstrijd; de partijen waren als volgt verdeeld: Ch. Tebbutt (capt.), Thomson, L. Tebbutt, Ulph, Riddle en Taring tegen Mulier, Swan, Wansworth, C.J. Posthuma en Dell. Mijn partij won met 5 tegen 4 goals. | |
[pagina 180]
| |
Bandy-wedstrijd op het huis de Vogelenzang.
| |
[pagina 181]
| |
Het spel viel zeer in den smaak van het publiek, en de Friesche toeschouwers, die gaarne zien klauwen, waren een en al vuur. Des avonds had er ‘prisuitdeeling’ plaats van de hardrijderij, alwaar ook de Engelschen speechten. Het was alweer een vroolijke avond in het Posthuis. Een bekende woordvoerder, de Heer Uri, droeg o.a. een feestversje aan het Bandyspel op, dat bewijst, hoe goed men al dadelijk had ingezien, dat het een voor Friesland uitmuntend geschikt spel zou zijn. Het luidde aldus: Het Bandy-spel heeft mij voldaan;
Ik zag met vreugd dat ballenslaan,
En dacht, 't is voor de Friesche jeugd
Tot waar vermaak, tot groote vreugd.Ga naar margenoot+
Komt, knapen, dacht ik, dat geleerd;
Zoo'n spel zij onder u geëerd,
Het maakt u warm, vlug, kloek en sterk;
Ik noem het een handig jongenswerk. -
Mulier, gij zijt een vaardig heer,
Dien 'k om de minzaamheid reeds eer,
Geef gij dan Thialf als kundig man,
Op schrift er een beschrijving van.
Gij doet dit graag. Gij zegt wis ja.Ga naar margenoot+
Nu stuur het dan aan Heloma,
Die zal wel zorgen dat alhier
Dit spel gespeeld wordt met pleizier.
Ik breng Mulier mijn vriendengroet
Bij 't spelen van Wien Neerlandsch Bloed.
(Groot applaus).
S.K. URI.
Geen beter voorbeeld zou ik kunnen geven van den aard der vele redevoeringen en van den gemoedelijken geest, die er bij die gelegenheden onder de ijsliefhebbers heerscht. Al dat enthusiasme heeft echter een goede werking gehad; want er werd te Heerenveen een Bandy-Club opgericht. Den volgenden dag togen wij naar Bolsward, daar verdeelden wij ons weder als volgt: C. Tebbutt, Dell, Swan, Tarring, Ulph en een vrijwillige Bolswarder rijder, aan de | |
[pagina 182]
| |
andere zijde Mulier, Wansworth, L. Tebbutt, Kiddle, Thomson en wederom een Bolswarder, een berucht kolfspeler. Onze zijde won met 12 goals, tegen 8. Waarvan de heer L. Tebbutt 4, Kiddle 2 en ik 5 maakten. C. Tebbutt en Swan maakten er ieder 4. Een zeer gastvrij onthaal (lunch met champagne en wat al niet) werd ons door het bestuur der
Bolswarder ijsclub aangeboden. En, nadat de prikslee wedstrijd was afgeloopen, togen allen naar de Doelen. (Er waren ook een paar Hindelooper vrouwen en cavalier in nationaal kostuum aan den lunch aanwezig) alwaar wederom prijsuitdeeling was. Daarna bezochten de Engelschen een echt Friesch ijsbal, waar gehotst wordt en gedanst, waar de zoenen vallen als een regenbui in 't water en waar gerookt wordt, tegen den ‘Rookenden Moriaan’ op. ‘Van tiereliere hoepsasa van tiereliere hoep!’ zoo schrijft Hora Adema in de Gids. Altijd weer die zelfde polka, stampend en hijgend, dansen de paren in 't rond, om dan weer met het meiske op de knie een partijtje te vrijen en een glaasje met suiker te verschalken. Laat keerden de Engelsche gasten huiswaarts, doch zij hadden dan ook echte Hindeloopers, een echte, priksleewedstrijd en een echt friesch bal bijgewoond. Ook te Bolsward is een club opgericht en de tijd zal niet lang meer duren, dat elke ijsclub, die voor hare | |
[pagina 183]
| |
financiën zorgen wil een ijskolfbaan midden op haar terrein bouwt en aldaar wedstrijden laat organiseeren tusschen de verschillende kolfclubs, die weldra in ons land
Prikslede wedstrijd te Bolsward.
zullen bestaan. Hulde aan C.G. Tebbutt, die ons het edele spel heeft geleerd en ons met de geheimenissen van het Bandy, ijskolf, of keu-jaegen heeft bekend gemaakt. |
|