| |
| |
| |
Het Internationale Schaatsenrijders Congres te Scheveningen en de Internationale Schaatsenrijders Unie.
Den 22 en waren de Congresleden te Scheveningen bijeen gekomen en had de Nederl. Schaatsenr. Bond van wien het idee was uitgegaan de voldoening te kunnen constateeren, dat hunne pogingen om de ijs-autoriteiten der verschillende landen bijeen te brengen met den gewenschten uitslag bekroond waren. Hongarije was vertegenwoordigd door de H.H. Ladislas Stuller en von Foldvary, Engeland door de H.H. Dr. Cunningham, Newton Digby, C. Crute, G.B. Cooper en C. Tebbutt, Zweden door Capt. V. Balck. Duitschland en Oostenrijk door Dr. Bohn. Noorwegen en Rusland zonden schriftelijk voorstellen in. Nederland door de H.H. v. Son tot Gelli
Capt. Victor Balck, (Stockh. Skridsko Club.)
cum en Mr. van Eeten. Amerika zond een brief, waarin het sympathie met onze werkzaamheden betuigde. Het congres hetwelk Jhr. Ed. Barnaart tot voorzitter en W. Mulier tot secretaris benoemde, deed in hoofdzaak het volgende: Er werd een Amateurs-Wereld-Kampioenschap gesticht. De Engelsche mijl werd verworpen en besloten, dat in de wedstrijden voor het Wereld-Kampioenschap de 500, 1500, 5000 en 10000 meter zouden gereden worden, dat er beslissingsritten voor de 4 beste rijders zullen zijn op de 500 en de 1500 meter, doch niet op de 5000 en 10000. De amateursbepaling wordt vastgesteld. Er wordt besloten, dat het Wereld-Kampioen-
| |
| |
schap om beurten aan de landen, lid van de Unie, zal gegeven worden, (of aan Clubs, indien die in een land gevestigd zijn, waar geen Bond bestaat). Een Kampioenschap van Europa wordt eveneens ingesteld, ook, dat men den titel, dien men wint behoudt, totdat deze weer door een, door de Int. Schaatsenr. Unie uit te schrijven, wedstrijd verreden wordt. De tijd zal door een tijdopnemer met 2 assistenten worden genomen. Den 2 en dag wordt vastgesteld, dat men 3 van de 4 kampen meet winnen om meester te worden. Het Figuurrijden werd in handen van een commissie gesteld, bestaande uit Zweden, Duitschland, Oostenrijk en Hongarije, welke commissie de reglementen opmaakte en vaststelde, volgens welke in den winter 1892/93 gereden is.
Ary Prins, Secretaris van den Intern. Schaatsenr. Unie.
Besloten werd een beroepsrijders Wereld-Kampioenschap te stichten. Ten slotte wordt een Bestuur benoemd, bestaande uit een voorzitter en secretaris, die voor 2 jaar gekozen worden. Op voorstel van Duitschland Oostenrijk worden de Heer W. Mulier (Haarlem) tot voorzitter en de heer Ary Prins (Hamburg, Ferdinandstr. 41) tot secretaris gekozen. Het Congres was den 4 en dag afgeloopen en had het gewenschte gevolg gehad. De groote schaatsenrijders evenementen worden voortaan door het bestuur der Unie verdeeld en de internationale geschillen opgelost, terwijl tevens een einde komt aan den Chaos van Meesterschappen en Kampioenstitels, waarmede wij de laatste jaren gezegend werden.
| |
| |
| |
Het seizoen 1892-93.
De Ned. Schaatsenrijders Bond zet het seizoen goed in door Marten Kingma en J. Eden naar Hamar te zenden om te oefenen voor den aanstaanden winter. Een schijnbaar zeer onbelangrijk wedstrijdje wordt al vroeg in Jan. door
Grundèn. Norseng. Eden. Pander.
de A. Sportclub uitgeschreven, een hardrijderij voor zoons van Clubleden. Dergelijke wedstrijden moesten alle IJsclubs 's winters houden, om hun campagne te openen. Het zijn als het ware de ‘Kennels’, de voederplaatsen der toekomstige amateurs-hardrijders. De amateurswedstrijd te Zwolle wordt door Carthier v. Dissel gewonnen; een gelukje dat hij wel eens hebben mag, daar hij steeds dapper heeft meegestreden. Rodenhuis en v. Wely kwamen beiden te
| |
| |
vallen. Hagen slaat Mc. Cormick in 16 min. 23½ sec. op de 5000 M. met een verschil van bijna een minuut. James Smart slaat Litherland (winner van het Engelsche amateurs meesterschap), die beroepsrijder was geworden en tevens slaat hij Hagen op de ¼ mijl. In navolging van onze Friesche hardrijderijen heeft te Littleport een hardrijderij voor heeren en dames plaats. C.G. Tebbutt en mej. Tebbutt 1en prijs en de, in de Engelsche ijswereld even bekende namen van den Heer Goodman met mej. R. Goodman den 2en prijs. Te Groningen wordt de eerste ‘Internationale’ gehouden. De 5000 M. worden gereden door Eden en Ericsson. Na mijn plichten als starter vervuld te hebben, rijd ik gauw naar Pander toe en met kloppend hart, zien we onzen Jaap aan 't werk. Onzen Jaap, dien we hebben zien opgroeien, tot hij ons maken en breken kon. ‘Wat denk je Klaas?’ Geen antwoord. ‘Zou hij 'm houden?’ Weer geen antwoord. Klaas kijkt naar de chronometer en dan weer naar Jaap. Eindelijk zeg ik. ‘Klaas’ zeg ik, ik geloof dat i 't houd’. Nog eens kijken we naar de streken der beide rijders. ‘Hij heeft 'm’! zeggen we beiden, want zij zijn ons gepasseerd en Ericsson is na de eerste ronde al wijd beensch aan 't afzetten. En toen begon het! Jaapie! Jaapie! Zet op jongen! Hup! Vassst! en dergelijke meer. De zaak was gezond en J.J. Eden won in 9 min. 16⅘ sec. We waren blij als kinderen, en zenuwachtig...! De Heer Barnaart reed me bijna onderste boven en een heele drom bestuurders van den Bond en andere officials bespraken het feit met zenuwachtige gebaren en vroolijke gezichten. In het Kampioenschap van Nederland won J.J. Eden weder in 2 min. 35 sec. wereldrecord. Hij had desnoods nog een 5 of 6 sec. harder gekund, want pas in de bocht riepen wij hem toe, ‘toe zet nog eens aan Jaap’, en eerst toen bleek mij bij nader onderzoek
hoe verkeerd het is onderscheid tusschen korte en lange baan te willen maken. Voor hen, die aan den
| |
| |
eindpaal stonden leek het alsof Eden klauwde. Ik hoorde iemand zeggen: ‘Hoe kan iemand, na zoo'n rit nog zoo'n eind klauwen’? Doch ondanks alle Engelsche geleerdheid op dat punt, kan ik u verzekeren dat Eden reed, ik heb de streken onmiddelijk daarna gemeten, en ze waren circa 7½ à 7¾ voet, dus circa 2½ à 12¾ voet langer dan Hanje's streken, ½ à ¾ voet langer dan Tebbutt's streek en slechts ¾ à 1 voet korter dan de langste streek, die tegenwoordig gereden wordt: Donoghue's streek, die circa 9 voet bedraagt. Toch zag het er uit of Eden klauwde, doch dit kwam, omdat hij met zoo'n groote juistheid weet af te zetten en zooveel kracht te ontwikkelen, dat elke slag hem circa 6.82 Meter vooruit bracht. In ‘Modern racing’ en ‘Style in Skating’ maakt ‘The Badminton Library’ een groot verschil tusschen Pander's en Donoghue's en Smart's stijl, en noemt dan Donoghue's stijl, ‘de stijl’, terwijl hij daarna Pander's stijl als Hollandsche stijl afbeeldt en Smart's stijl als de ‘Fen stijl’. Pander's stijl is volstrekt niet de Hollandsche stijl. Men rijdt op alle lange afstanden met de handen op den rug, alias stijl - Donoghue, Pander, Eden enz., behalve Smart, See en de andere rijders uit het Fen-district, die bijna allen met de armen recht vóóren achterwaarts zwaaien. Toch zijn er Fen-rijders, die de armen overdwars bewegen. Er zijn geen stijlen; ze bestaan niet. Er is m.i. maar ééne wijze om de longen rustig te laten werken, d.i. met de handen en armen in rust en een ruime borstkas. Ik ben zeker, dat de Engelschen ook vroeg of laat hun Fenstijl zullen laten varen. Op de korte baan, geloof ik, dat men met deze onnatuurlijke beweging al even weinig uitrichten zal. Ik ben zoo goed als zeker, dat de heer J.J.
Eden, mits in goede conditie, elken rijder, ook Hanje, Dekker, Entjes enz. op 300 Meter slaat, op 400 Meter eveneens, en ik ben zeker, dat Hanje, Dekker, Entjes, Wiebe, ja zelfs Arie nog, de Amerikanen als Mosher, Tim Donoghue en Philipse op de 100 Meter (yards) zullen klop-
| |
| |
pen, terwijl Eden hen boven de 300 Meter verder onder handen zou kunnen nemen. Als Donoghue te Amsterdam gekomen was, had hij klop gekregen!
Het Wereld-Kampioenschap werd den 13n Januari verreden. Het eerst kwam de 1500 Meter, die Jaap Eden tegen de snelste rijders der wereld (op dat tijdstip) won in 2 min. 48⅕ sec., O. Fredriksen 2e in 2 min. 55 sec., Ericsson 3e in 2 min. 59⅕ sec., Halvorsen 4e in 3 min. 1 sec.
Dank zij de energische en flinke leiding van den baancommissaris par excellence, den heer v. Son tot Gellicum, was het ijs goed berijdbaar, toen de 5000 Meter aan de beurt waren. Eden won weder,
J.J. Eden, Wereld-Kampioen, (Volgens de Reglem. van de Int. Schaatsenr. Unie).
alhoewel hij alleen reed, daar Fredriksen (een goed geoefend baanrijder en deelnemer aan wedstrijden) een verkeerde baan inreed, waardoor Eden's tijd misschien veel zou geleden hebben, indien hij niet ‘Jaap Eden’ was. ‘'t Is een goochemert, hij heeft het al begrepen,’ zei' een zijner Haarlemsche vrienden, toen Eden, bemerkende dat hij alleen reed, des te harder aanzette. Tijd 9 min. 59 sec. Gerust gingen de Hollanders slapen, want we waren zeker, dat hij de 500 M. winnen moest. ‘Spaar je niet, Jaap,’ zeiden we tot hem, ‘als je de 500 hebt, heb je je Kampioenschap binnen.’ ‘Doch reken er op, dat ze het je lastig zullen maken.’ Halvorsen en Eden gingen prachtig af, en hingen over de geheele lengte aan elkaar. 25 Meter voor het einde doet Eden een soort misslag, Halvorsen komt een tweetal meters voor en wint. Bedrukte gezichten alom. Toch was ik niet bang voor
| |
| |
den eindrit. Alles te saam genomen was Eden's rijden niet zoo ‘op leven en dood’ geweest als dat van den Noor. Voor de beslissing vroeg ik Jaap ‘wat ga je doen met een eindspurtje, of....?’ ‘Ja’ zei Jaap, ‘moorden! dood jakkeren.’ ‘Och, och wat is dat kleine ding kwaad’ zei Klaas, ‘hij kan wel een huis an.’ Eindelijk komt de rit. Een ademlooze stilte. ‘Houd je mond daar!’ Het schot valt! Daar gaat Jaap, het kan niet harder, het water en het ijs stuiven achter hem aan. Halvorsen kan hem niet houden en hij wint in 51⅕ sec. met circa 5 à 6 M. voorsprong! ‘Wat was i kwaad, och, och, wat was i kwaad!’ zei z'n leermeester, die hem z'n groote ulster aandeed. Maar toen het aan de tribune bekend werd steeg er een applaus op, hetwelk al sterker wordende, over de geheele baan gonsde en de arbeiders buiten de omheining en zelfs de stijve klabakken en de jongens op de schutting, alles juichte onzen Nederlandschen wereldkampioen toe. En al zullen zij 80 jaar worden, al die menschen, die dien dag beleefd hebben, ze zullen het nooit vergeten. Den 14en Januari zal met gulden letters in de annalen van den Nederlandschen ijssport worden opgeschreven. In de 10000 Meter startte Eden wel, doch viel. Heeft hij 't expres gedaan? Zoo ja, dan is dit niet zoo laakbaar, daar hij natuurlijk zeer vermoeid was; in elk geval kan niemand zulks beoordeelen. In de 500 Meter was Halvorsen 2e in 52 sec., Fredricksen 3e in 52 sec. Fredriksen wint de 10000 Meter in 20 min. 21⅖ sec., Ericsson 2e in 21 min. 13 sec., Petersen 3e in 21 min. 23 sec., von Salzen, Hamburg, 4e in 22 min. 23⅗ sec.
De heer J.J. Eden ging kort daarop naar Engeland. Donderdag 19 Januari won hij te Hendon de ¼ mijl in 40⅗ sec., Aveling 2e in 41⅖ sec. en J. Houtman, die voor de aardigheid was meegegaan, zoowaar nog 3e in 42⅖ sec.
| |
| |
J.J. Eden werd in 1876 geboren te Groningen en is te Haarlem opgevoed. Hij woonde bij zijn grootvader te Velserend en deed in zijn ledige uurtjes, waarvan hij steeds zorgde een goede portie voorradig te hebben, veel aan lichaamsbeweging. Niet, dat hij op een trapmachine thuis tegen een gebloemd behang zat te kijken tusschen een turfbak en een kanariekooi, zooals sommige wielrijders plegen te doen, doch hij vestigde zijn onverdeelde aandacht op kraaien- en uilennesten in de ruïne van Brederode, waar hij als een kat tegen opklauterde; ook hooge boomen waren voor hem even goede rustplaatsen als stoelen of banken. Meestal hield hij zijn verblijfplaats op het dak en was over 't algemeen even moeielijk te bereiken als een minister op z'n bureau of een jonge kat onder een ledikant. Hij besteedde weinig zorg aan z'n persoon, doch veel aan zijn loopen. O.a. liep hij dikwerf van Velserend naar Haarlem, circa 1½ uur gaans. Al spoedig was hij een uitstekend gymnast en een jager in z'n hart. Eens, met de kamerbuks op waterhennen uit zijnde, zei' hij tot een zijner vrienden, plotseling stilstaande: ‘Stil, daar zit er een!’ en het diertje besluipende, greep hij 't met de hand.
Zijn eersten prijs won hij te Abcoude, een 2en prijs op de mijl in 3 min. 20⅖ sec. Hij was toen 15 jaar. Ook won hij dien winter tegen den heer Jhr. K. Schorer, een 2en prijs op de 160 Meter, daarna won hij te Amsterdam in den grooten wedstrijd 3en en 4en, in '91 een 2en prijs te Paterswolde en in '92 zijn laatsten tweeden prijs te Hamburg, doch toen volgden verder slechts gouden medailles. Eerst te Cambridge op 26 Januari 1892, daarna te Deventer 3 Januari 1893, en op 11, 13 en 14 Januari te Paterswolde en Amsterdam.
Jaap Eden reed eerst op gewone friesche schaatsen, toen kocht hij voor ƒ 5 van K. Pander een paar oude Wichersde Salis, waar hij te Abcoude zijn eersten prijs op won; daarna reed hij, op aanraden van zijn leermeester op lage (roode) Noren en ten slotte op hooge Noorsche schaatsen.
| |
| |
Hij heeft te Hamar goed getraind, doch leeft niet bedaard genoeg en heeft voortdurend een kolossale sigaar in bewerking. Ook geloof ik, dat het wielrijden hem geen kwaad zal doen, integendeel, doch dat hij er te lang mee doorgaat, en na September niet meer moest snelwieleren, doch een week of drie absolute rust nemen en daarna voor de wintercampagne beginnen, daar hij anders binnen een jaar of drie in krachten zal gaan verminderen. Eden reed niet mede om den Orangecup, daar de regeling en het ijs beneden critiek waren.
Te Berlijn werd het Meesterschap van Europa in het hardrijden verreden. Ericsson won de 500 Meter in 54 sec., A. Underborg 2e in 54⅕ sec. De 1500 Meter werd wederom door Ericsson gewonnen in 2 min. 46 sec., zoodat hij het Kampioenschap van Europa won, Fredriksen 2e in 2 min. 49⅗ sec. De 5000 Meter won Fredriksen, ofschoon hij gevallen was, in 9 min. 51⅕ sec., R. Ericsson 2e in 9 min. 51⅗ sec. De baan was vrij gebrekkig, doch de regeling vrij goed. In het vervolg zou het beter zijn wanneer eerst om het Europa-Kampioenschap en daarna om dat van de Wereld gereden werd, daar de Wereld Kampioen natuurlijk niet gaarne meer geklopt wordt in hetzelfde seizoen.
Te Stockholm hebben 12 Februari goede wedstrijden plaats op prachtig ijs met weinig wind. R. Ericsson wint de 1500, 500 en is in de 10000 Meter 2e, resp. in 2 min. 41⅗ sec., 52½ sec. en 19 min. 48 sec. In de 10000 Meter wint F. Ericsson in 19 min. 47⅖ sec. In de 5000 Meter is Nielsen N0. 1 in 9 min. 45⅖ sec. R. Ericsson 2e in 9 min. 50 sec. De Noren en Zweden ontmoetten elkaar niet, want waren er te Stockholm geen Noren, te Hamar waren op 25 en 26 Februari geen Zweedsche mededingers. De 1500 Meter wint Ostlund in 2 min. 33 sec. Halvorsen 2e in 2 min. 33⅗ sec. De 5000 Meter wint Halvorsen in 9 min. 7 sec., Ostlund 2e in 9 min. 13⅕ sec. De 500 Meter wint Alfred Naess in 48⅕ sec., Halvorsen 2e in 48⅘ sec.
| |
| |
Op dit oogenblik zijn dus de snelste rijders: Eden, met Rodenhuis en v. Wely in Nederland, Halvorsen of Ostlund en in de 3e plaats Naess of Nielsen in Noorwegen. In Amerika Johnson, die de 2 mijl in 6 min. 1 sec. heeft gereden en de 200 y. in 17⅖ sec., met Jos. Donoghue en in de 2e plaats Tim Donoghue. In Zweden is Ericsson No. 1, met Fjaestad, Grunden en Thomas, terwijl ook Bodé om de tweede plaats kan solliciteeren. In Duitschland is Ehrhorn de snelste rijder, doch komt niet meer uit. Nu is A. Underborg en na hem Seiler de beste Duitsche rijder.
Met de bespreking van dezen winter sluit ik tevens dit overzicht, hetwelk ik van de ontwikkeling der internationale wedstrijden getracht heb te geven, alleen de phenomenale gebeurtenissen besprekende en alle kleine wedstrijden weglatende, hetwelk nolens volens door de massa cijfers en data wat droog is geworden.
|
|