Wintersport
(1893)–Pim Mulier– Auteursrecht onbekendHet seizoen 1884-85.De wedstrijd, die voor ons land zoowel als voor het buitenland van het grootste gewicht zou blijken te zijn, is de eerste Internationale wedstrijd op schaatsen op de Groote Wielen bij Leeuwarden gehouden. De 28e Januari 1885 was de groote dag. Reeds zeer vroeg in den morgen kwamen de bewoners van het platte land in lange slierten en rijen naar de Groote Wielen en ook de treinen brachten duizenden menschen aan. Havard zegt ergens van ons volk: ‘De sleur dooft er alle geestdrift, het gezond verstand breidelt elke buitensporigheid, bedaard overleg houdt elke vervoering tegen, breng er de Etna heen en binnen acht dagen zou zij opgehouden hebben te rooken.’ Arme Havard. Ik zou hem, zooals de impressario van Spriet of Blanus | |
[pagina 76]
| |
willen toeroepen: ‘Gaat dat zien! Gaat dat zien!’ Wat een drukte op den weg naar de Wielen en wat een gewoel van menschen op de fraaie bijbanen. De baan was 800 M. met één keerpunt en 10 M. breed. Men reed in paren en op tijd. Zij, die in den eersten omrit overwinnaar bleven, deden in de 2e afdeeling mede en zoo vervolgens. De Noren Axel Paulsen en (misschien door eerstgenoemde geinfluenceerd) helaas ook de, anders sympathieke C. Werner, deden niet mede. Al het mogelijke werd door het Bestuur van den N.S.B. in het werk gesteld om hen te bewegen mede te dingen, doch steeds zochten zij uitvluchten. De indruk, dien zij achterlieten, uitgelachen zoowel door Engelschen als Nederlanders, was, dat zij bang waren voor den uitslag en het veiliger vonden in hun schulp te kruipen. Toch geloof ik dat A. Paulsen alle rijders zou geslagen hebben. Immers, reeds een jaar te voren sloeg hij het mijlrecord, zijnde 3 m. 17 s. De Engelschen echter waren loijaler sportslui. George Smart, Burlingham, C. Goodman Tebbutt, kwamen allen op de streep en moesten ook tevens allen het onderspit delven tegen de Friesche rijders. Het rijden op tijd was toen nog nieuw en men brak, door het aannemen van de Chronometer als hoogste rechter, met het oudere systeem. Toch was men nog niet waar men zijn wilde, want het beoogde doel was niet bereikt en er werd zichtbaar gesmokkeld in de eindritten. Er hadden feitelijk slechts twee vlugge ritten plaats gehad: B. Kingma v. G. Smart 3 m. 31⅘ s. en 3 m. 33⅕ s. bij 20 K.G.
De verschillen in luchtdrukking in aanmerking genomen, was de eerste rit misschien de snelste. Doch dat het systeem niet juist werkte is nog duidelijker te zien uit een andere berekening. De gemiddelde tijd van den prijswinner is 3 m. 50⅖ s., terwijl die van den 4n prijswinner | |
[pagina 77]
| |
3 m. 42 s. is. Deze heeft dus harder gereden. Dit is toe te schrijven aan de vrije ritten, die eerstgenoemde gehad heeft. De wedstrijd op de Groote Wielen heeft ons dus gebracht tot de overtuiging, dat het beste middel, om knoeierijen en prijsverdeelingen te voorkomen, het uitsluitend op tijd rijden is. Doch keeren wij tot den wedstrijd terug. In de eerste afdeeling verschenen 16 mededingers op de streep. In deze afdeeling sloeg Klaas Huitema S.S. Burlingham en reed B. Kingma George Smart af, tot algemeene blijdschap der Nederlanders. In de tweede afdeeling kwam alleen nog C. Goodman Tebbutt op, die een vrije rit had gehad. - Ook hij werd geslagen door P. Bruinsma (3 min. 34⅘ sec. en 3 min. 39 sec.) In de derde omrit bleven nog alleen Nederlanders over, waarvan er wederom 3 afvielen. De vierde omrit was zeer belangrijk. P. Bruinsma sloeg gemakkelijk W. Zijlstra 3 min. 55⅕ sec. en 3 min. 56 sec., doch R. v. d. Zee slaat Veninga in den fraaien tijd van 3 min. 26 sec. tegen 3 min. 35⅘ sec. In den kamprit voor de tweede en derde premie slaat W. Zijlstra Veninga en in den beslissingswedstrijd slaat P. Bruinsma R. van der Zee, ofschoon men algemeen dacht, dat v. d. Zee sterker was. Doch wie er ook won, het waren ‘Friezen in marg en bloed’, een feit, dat de Friezen en Groningers en Hollanders, die allen te zamen des avonds in de Harmoniezaal waren samengestroomd tot een opgewondenheid en geestdrift vervoerde, zooals men zelfs daar niet dikwerf gezien had. Had er die rookende Etna van Havard eens ingezet, men zou van het heele ding geen notitie genomen hebben, want er werd door de aanwezigen gerookt, gespeechd, gedronken en gezongen en gejuicht, dat het een aard had. Eerst de uitreiking van de prijzen en daarna de redevoeringen. De Voorzitters van Bonden en Clubs, de Burgemeester, de Commissaris des Konings, de Engelschen, zij allen klommen ieder op hun beurt op ‘'t schavot.’ R. Bloembergen maakt de stemming weer een | |
[pagina 78]
| |
toontje vroolijker. Hylkema (de Heer S. Hylkema was zoo vriendelijk mij een leekeblom en de noodige gegevens omtrent deze eigenaardige herinnering aan den ouden tijd voor dit werkje te verschaffen), Lieftinck al die bekende mannen rijzen op een gegeven oogenblik op tusschen de tafeltjes met ‘rooie baai flesschen’, wier gelederen steeds toenemen naarmate het uur vordert. En de volksliederen klinken en daveren in 't rond en nog laat hoort men de geestdriftvolle ijslieflebbers zingen en juichen, want ‘onze jongens’ hadden gewonnen. | |
1885.Het is mij nu nog steeds niet duidelijk waarom men toen besloot tegen Paulsen te Christiania te willen rijden. Waarom? Aan de eer was voldaan, doch de N.S.B. wist misschien niet welke tijden Paulsen reeds gereden had. In elk geval, de Friesche hardrijders brandden van verlangen om tegen hem te rijden, hetgeen zeer begrijpelijk is. Toch zou men, om eenigermate kans te hebben, tegen iemand, van wien men wist, dat hij op lange afstanden zeer sterk was, een middenafstand hebben moeten kiezen, b.v. de mijl. Men nam echter drie mijl als afstand en het is voor v. d. Zee volstrekt geen schande, dat hij geslagen werd, al had hij zich wel wat beter aan de instructie kunnen houden. De eenige manier om te winnen, was voor v. d. Zee, (die Paulsen in de spurt de baas zou zijn gebleven) geweest, hem voor te laten gaan en aan hem te blijven hangen, tot op de laatste 200 meter. Nu was het resultaat anders. Het ijs was zacht en het water was er op kunstmatige wijze van verwijderd. Paulsen had op dit ijs het voordeel van zijn betere training. De baan was circa 1400 M. lang, met 2 bochten van 100 meter. Ondanks alle instructiën vloog v. d. Zee met kolossale streken weg en | |
[pagina 79]
| |
was Paulsen in de eerste 600 meter, reeds een 60 meter voor, doch na circa 1200 meter kwam Paulsen voor, onder het geschreeuw der duizende toeschouwers en won ten slotte in 11 min. 8½ sec. Circa 400 m. na hem kwam v.d. Zee aan in 12 min. 13½ sec. In het verslag van de Salis en Wichers staat de rondborstige ontboezeming: We zijn blij dat 't verschil zoo groot was, want in zijn training alleen ligt het geheim. Daarna had nog een internationale wedstrijd plaats. Kingma en Carl Werner kwamen daarin tegen elkaar te rijden. Bij het afgaan nam Werner dadelijk de leiding, doch Kingma, die zich aan de instructie beter wist te houden, behield zijn bedaardheid, liet hem rustig passeeren en bleef vlak achter hem, terwijl hij Werner den wind liet snijden. Bij de voorlaatste omrit begon Kingma plotseling zijn gang te versnellen en stopte bij den eindpaal. Hij had zich een baan vergist. Het toeroepen der omstanders verstond hij niet. Gelukkig waren er een drietal Leidsche Studenten, waaronder de heer Jhr. Bonni (facius) de Jonge, die al zoo dikwerf is gebleken een waar voorstander van de Sport te zijn, en C. Vermeer en door hun gebrul en geroep, maakten zij Kingma op zijn fout opmerkzaam. Pijlsnel vloog hij weg, doch in de bocht had Werner hem juist ingehaald voor hij zijn volle vaart weer had. Toen heeft Benedictus meesterlijk gereden. Hij begreep, dat hij te veel van zijne krachten zou vergen, wanneer hij Werner dadelijk voor wilde komen en bleef dus circa 5 meter achter. Kort voor den voorlaatsten bocht, waar de zachtste en slechtste plaats in het ijs was, verminderde Kingma de snelheid aanmerkelijk. Werner reed door en... viel. Daarna reed Kingma hem voorbij en op eens verstomde weer het gejuich der 30000 keelen, dat Werner had aangevuurd. Het was eensklaps doodstil geworden. Werner was in 5 sec. weer op en reed nu met Kingma op leven en dood. Onze brave Benedictus won echter in 12 min. 25 sec., Werner's tijd 12 min. 37 sec., waardoor hij eigenaar | |
[pagina 80]
| |
werd van den prachtigen drinkhoorn, voor dezen wedstrijd uitgeloofd. De dag werd door een bal ten huize van den sympathieken president, den heer Petersen besloten. De
Merk Kingma.
twee wedstrijden in dezen winter te Leeuwarden en te Christiania gehouden, zijn de grondslag geweest van de reeks internationale wedstrijden, waarin onze Kampioenen zich sedert dien tijd met het buitenland gemeten hebben. Toch heb ik het steeds zeer onoordeelkundig gevonden om tegen Paulsen op 2 mijlen en in den 2den wedstrijd op 3 mijlen te rijden. Men had zelf condities moeten stellen en niet onze arme friesche Benedictus Kingma.
beroepsrijders op zulke lange afstanden moeten laten rijden, afstanden, die ze zelf nog ‘nooit als oefening hadden afgelegd.’ De invloed van de Salis is zeer groot geweest doch het was onnoodig en het is nog onnoodig om de voordeelen, die ons volk bezit, (heriditaire geschiktheid voor de korte baan) eenvoudigweg door te schrappen en weg te gooien. Men heeft den Nederlandschen roem en goeden naam, te Christiania gewoon weg op straat gegooid, hetgeen niet zou gebeurd zijn, als er op 402 of 804 M. gereden was. | |
[pagina 81]
| |
Het seizoen 1885-86.Nog steeds maakt alweer Paulsen moeielijkheden. De Altona IJsclub schrijft een wedstrijd uit op 1609 meter en signeur Paulsen verblijdt de schaatsenrijderswereld met de mededeeling, dat hij dat te kort vindt, hetgeen alweer aanleiding geeft tot veel geharrewar en geschrijf in de verschillende sportbladen. Toch schijnt het bestuur van den N.S.B. begrepen te hebben, dat wij meer succes van de 1609 M. zouden hebben, want op zijn aanraden is de afstand 1609 M. gebleven. Veninga, Wybe, Benedictus, Zijlstra en Arie v. d. Berg (toen 33 jaar oud) gingen op bondskosten mede, verder ging nog mee de Heer G.N. Minnena de With en Pieter Bruinsma. Plotseling zien de afgevaardigden van den N.S.B. op de programma's, dat er 2 intern. nummers van gemaakt zijn en een woedende vergadering is het gevolg. Wij protesteeren. Paulsen stelt zich zeer onaangenaam aan, vraagt eerst 4000 M. en ten slotte wil hij een rechte baan hebben en eischt dat men het volgend jaar te Christiania zal rijden. In plaats van den onbeschaamden chicaneuzen geldwolf aan zijn lot over te laten, had er vergadering op vergadering plaats, in stede van de Altonaer IJsclub te dwingen zich aan haar programma en correspondentie te houden en zonder Paulsen te rijden.Ga naar voetnoot* Had men deze wijze van ageeren toegepast, dan was hij wel weer vertrokken, zooals te Leeuwarden. Eindelijk werd er de 22e Jan. gereden. In de eerste afdeeling van de 3500 M. gingen acht rijders af, terwijl voor den Kamprit Paulsen en Kingma, Werner en Veninga overbleven. Paulsen had P. Bruinsma geslagen (verschil 7 min. 40 sec. en 8 min. 56⅕ sec.) Kingma won nu wederom van Werner. Het hardrijden met hindernissen werd door onzen Arie v. d. Berg in 4 | |
[pagina 82]
| |
min. 5 sec. gewonnen; de eerst volgende, Groneman van Hamburg gebruikte er 4 min. 59 sec. voor. Wat de 1609 M. betreft, Paulsen won die in 3 min. 5⅖ sec., de Vries was 2e in 3 min. 6 sec. Bij het figuurrijden won Werner den eersten, Curtis den tweeden en Paulsen den derden prijs. Bij de 3500 M. viel Kingma, die Paulsen 2800 meter lang vrij goed bijhield. Paulsen werd nu n0. 1 in 7 min. 14⅗ sec., Veninga, die zeer op streek was en met zeer veel gemak reed, sloeg Werner, en zou tegen Paulsen rijdende, voor dezen een kwade concurrent zijn geweest. (Tijd 7 min. 30 sec.) Werner 3e in 7 win. 32⅕ sec. Kingma 4e in 7 min. 49 sec. Een georganiseerde wedstrijd op 860 M. werd door Arie v. d. Berg gewonnen. Het Bestuur van den Bond waarvan velen de rijders begeleidden, zooals de Secretarissen, de heer Mr. Salverda, mr. v. Heloma en Diephuis, kon met zelfvoldoening op dezen wedstrijd terugzien.
Den 17n Jan. had te Weenen de wedstrijd om het Kampioenschap van Europa plaats. De heer Richard Millanich won dit op 17-jarigen leeftijd in 3 min. 46 sec. De 800 M. werd in 1 min. 42 sec. gewonnen en de 800 M. met hindernissen wederom door Millanich in 2 min. 1 sec. Den 8n Maart had te Drontheim een merkwaardig voorval plaats. Paulsen werd door zekeren Quillfelt geslagen, doch daar de baan 200 meter in omtrek was, had hij geen ongelijk, door te zeggen dat hij, dit geen overwinning noemde. Er volgde alweer een hevig geschrijf in de Noorsche bladen over deze zaak. | |
[pagina 83]
| |
reden er Heeren tegen Beroepsrijders, b.v. te Leiden reden studenten soms tegen hen, of ook tegen elkaar, doch open wedstrijden voor Heeren liefhebbers bestonden toen nog niet. De Bondsbepalingen voor zulk een wedstrijd sloten uit: 10. Zij, die ooit in een openbaren wedstrijd om geld, hetzij als prijs, inzet of inleggeld gereden hebben. 20. Zij, die van af 31 Maart 1886 ooit, voor zoover hun bekend, met of tegen een beroepsrijder om eenigen prijs gereden hebben. 30. Zij, die ooit om eenig geldelijk voordeel, in de uitoefening der athletiek onderricht gegeven, die uitgeoefend of daarbij als helpers gefungeerd hebben. Op Woensdag den 19den Januari had deze eerste amateurs wedstrijd te Slikkerveer plaats. Reeds vrij vroeg in den morgen liet het zich aanzien, dat er veel publiek zou komen. Wie herinnert zich niet, hoe men de weinige nog te Rotterdam disponibele aapjes ƒ 15, - en ƒ 20, - moest betalen, om naar het terrein te kunnen komen. Wie herinnert zich niet een gevaarvollen tocht langs een hoogen, spiegelglad beijzelden dijk, waarop al die voortsjokkende rijtuigjes, met de angstig daaruit kijkende gezichten. Jammer dat de dooi zooveel afbreuk deed aan den indruk, dien men van de beide banen zou gehad hebben, indien het flink gevroren had. Toch waren zij zoo goed mogelijk onderhouden. Voor het meesterschap van Nederland voor Heeren liefhebbers, afstand 1609 Meters, waren 37 rijders ingeschreven. De 4 beste tijden in de eerste afdeeling waren (schrik niet moderne lezer, die aan tijden als 2 min. en in de 50 sec. gewoon zijt) C. Tebbutt, van Vollenhoven, Pander en Blommenstein in 4 min. 2⅖ sec., 4 min. 10 sec., 4 min. 9 sec. en 4 min. 17 sec. Bij den nieuwen kamp reed Tebbutt de baan in 3 min. 57 sec., van Vollenhoven in 4 min. 3 sec. en Pander eveneens in 4 min. 3 sec. Van Blommenstein in 4 min. 19 sec. Zoodat K. Pander en Vollenhoven om premie en 3den prijs reden. Van Vollenhoven legde de baan toen af in 3 min. 57⅗ sec. en Pander, | |
[pagina 84]
| |
die blijkbaar nog te jong was om 3 zulke ritten te kunnen volhouden bleef 3de prijswinner in 4 min. 18⅗ sec. Dit was Klaas' eerste medaille, een blikje, dat getoond heeft van gezelligheid te houden. De wedstrijd voor beroepsrijders om het meesterschap van Nederland (die Internationaal was?) ging niet door wegens de dooi, hetgeen jammer was, daar o. a Gebr. Lee, Twellers en ‘Fish’ Smart en ook Hagen hadden ingeschreven. Op 17 en 18 Januari hadden de hardrijderijen te Hamburg plaats. De keuze van de beroepsrijders was ditmaal moeielijk. Wijbe word voor den besten rijder gehouden, maar Veninga en Kingma hadden zich den geheelenJames Smart.
zomer getraind. Den eersten dag werd de mijl voor beroepsrijders gereden. Voor de beslissing bleven over: Hagen, Arie v. d. Berg (die op particuliere kosten van eenige liefhebbers was meegegaan) en Kingma en Veninga. Hagen had den kortsten tijd gemaakt, 3 min. 13⅕ sec. Wat weinigen gedacht hadden, gebeurde den volgenden dag. Arie v. d. Berg sloeg in den eindkamp Harald Hagen (3 min. 16⅘ sec. en 3 min. 17⅕ sec.) Het was een prachtige kamp. Een ware worsteling, doch onze Zuid-Hollandsche reus die ‘kwaad’ was geworden en niet tegen Hagen op rijden kon, klauwde de laatste 70 M! ‘You snel’ zeide de ronde Noor tot v. d. Berg, toen ze op adem waren gekomen, terwijl hij hem de hand toestak. In de 3500 M. klopte Hagen echter v. d. Berg 7 min. 21 sec. en 7 min. 31 sec. B. Kingma 3de in 7 min. 32 sec. T.B. Veninga in 7 min. 32⅕ sec. Paulsen kwam zijn titel niet verdedigen. Natuur- | |
[pagina 85]
| |
lijk niet, want hij was bang voor Hagen. Gelukkig werd hij gesommeerd zijn kruis binnen 3 maanden terug te zenden. Te Cowbit (Engeland) had een belangrijke kamp over 10 mijlen plaats. Het record was in handen van Paulsen, die den 2 Jan. 1884, 36 min. 37⅕ sec. over dezen afstand reed. Van de 13 mededingers was James Smart No. 1 in 36 min. 39 sec., Pickering 2de in 37 min. 28 sec., Hawes 3de in 37 min. 42 sec., Isaac Lee 4de in 38 min. 2 sec. In dat zelfde jaar hadden wij het genoegen den sympathieken Carl Werner te Amsterdam op de Sportclub te zien, dank zij de bemoeiingen van den Ned. Schaatsenrijders Bond. Zijn krachtig en elegant rijden,G. See, (Engelsche beroepsrijder.)
was voor de meesten van ons iets nieuws. Men was dan ook enthousiast. Hoe de Sportclub (de Salis) er echter toe kwam, aan een ‘Noor’, die (zonder mededinging nog wel) eenige toeren uitvoert, een Kampioenschap van Nederland uit te reiken) is mij niet begrijpelijk. Een Kampioen is toch de Kamper voor een stam of volk en nu werd een vreemdeling tot voorvechter of kamper van Nederland gepromoveerd in het figuurrijden, een kunst waarvan wij Nederlanders zelfs niet de minst elementaire notie hadden. Baron de Salis schrijft echter, dat de Hollanders door het zien rijden van Werner genoeg op de hoogte waren gebracht om een volgend jaar als jury te kunnen optreden! Woensdag 16 en Donderdag 17 Februari hadden de uitge- | |
[pagina 86]
| |
stelde beroepsrijderswedstrijden plaats te Slikkerveer, alwaar de ijsbaan alweder mede door de moeite van de heeren Smit was in orde gebracht. De baan was 700 meter in omtrek. Er werd gereden op 3100 meter. See sloeg Arie v. d. Berg met circa 125 meter, ook Kingma, die zich kranig weerde moest het tegen James Smart afleggen. In den beslissingskamp sloeg See, nadat Smart 2 ronden geleid had, zijn tegenstander en won in 5 min. 45⅖ sec. (Smart's tijd 5 min. 53 sec.) Op de 1609 meter, werd zeer hard gereden (twijfelachtig hard zelfs); See sloeg Arie in 2 min. 56⅕ sec. (tegen 2 min. 58⅕ sec.) Smart sloeg B. Kingma in 2 min. 53⅘ sec. (Kingma's tijd 2 min. 54⅖ sec.) Het verschil was circa 5 meter. In den eindkamp overwon See James Smart (2 min. 53 sec. en 2 min. 54½ sec.) In den georganiseerden wedstrijd op 300 meter sloeg Arie, See en Kingma, Werkhoven. Arie v. d. Berg overwon ten slotte B. Kingma, (28 sec. en 28⅖ sec.) Er werd echter aan de nauwkeurige opmeting van de baan getwijfeld en als men de vroegere en latere tijden der rijders nagaat, is daar zeer veel grond voor. De heer Goodman zeide, sprekende over den 300 meter wedstrijd: ‘Wij noemen dit geen schaatsenrijden in ons land.’ Maar moeten wij dan in Engeland gaan leeren wat korte baan is en moet bij hen den gewonen afstand van 402 meter wel als rijden beschouwd worden en 300 meter niet? Moesten wij dan tegen den Engelschen korten baanlooper Mc Innes, toen hij ons te Amsterdam klopte, zeggen: Wij zijn dat niet gewend bij ons, dat men zoo hard loopt op zoo'n kleine afstand. Wij hebben veel te veel achter de lange panden van den heer Goodman's jas gehangen en hadden de bordjes liever om moeten keeren en zeggen: Dat moet u nu de jongens bij u t'huis ook eens leeren. Als de Engelschen friesche schaatsen mee uit Leeuwarden namen, vonden we dat een groote eer, doch de H.H. dachten er zelfs niet aan om ook eens eene fatsoenlijken prijs voor een 300 à 402 me- | |
[pagina 87]
| |
ter wedstrijd in Engeland internationaal beschikbaar te stellen. Op 13 Februari won de Heer C. Tornow op de Halensee te Berlijn de 3500 M. in 7 min. 48 sec. Het internationale kunstrijden trok weinig buitenlanders. De Berlijners Budcezies en Zilly wonnen den eersten en tweeden prijs. In Amerika maakte Tim Donoghue (met een zachte koelte in den rug) een mijlrecord van 2 min, 23⅖ sec. Alles is mogelijk, zelfs al vertaalt men het nog zoo nauwkeurig. Wijlen Solzer zou zeggen: uit het Amerikaansch, langs het Engelsch in het Hollandsch. Het is een stout stuk van dien heer Tim Donoghue! Hoe vermakelijk men met Kampioenschappen omsprong, blijkt uit de mededeeling, dat Alfred Samuelson Franklin van de ‘Christiania Skating Ring’ de titel van Wereldkampioen heeft gekregen omdat.... hij het record van Paulsen heeft geslagen en 193 mijlen in 23 uur 12 min. 45 sec. heeft gereden. Harald Hagen, zoo zegt het bericht, blijft natuurlijk ‘Champion Skater’ op de middenafstand. Welk een duisternis!! Hagen won den 14en Febr. een aardige weddenschap. Hij won, om een inzet van 300 kronen 2 der 3 vastgestelde afstanden, 2000 en 300 meter, tegen een goeden harddraver, Einar genaamd. In Cansea sloeg Mc. Cormick Dowd in 5 wedstrijden; zoodat de voornaamste beroepsrijders van dit jaar zijn Arie v. d. Berg, Harald Hagen, Mc. Corminck en See. De Amateur Kampioenschappen van Amerika werden gewonnen als volgt: door de Heer G. Phillips de 220 yards in 20⅖ min., door Craft de 25 mijl in 1 uur 39 min. 22 sec. en de mijl door T. Donoghue in 3 min. 14⅕ sec. | |
[pagina 88]
| |
veelvuldiger en van meer beteekenis. Alexander von Panshin, de bij ons zoo goed bekende wellevende en vriendelijke Rus, wint op 8 Jan. het Oostenrijksche (!) Kampioenschap te Weenen. In Amerika hebben de wedstrijden op 20, 21, 25 en 28 Januari plaats, de 202 M. wint de Heer S. O'Brien in 22⅖ sec. de ¼ mijl en de mijl wint Tim Donoghue in 3 min. 46½ sec. Jos. Donoghue was daarin tweede. De jongere broeder wint echter de 10 mijl, terwijl Tim tweede is, en de 27 mijl wint de Heer Craft. In Kopenhagen hoort men dan weder van Groth spreken, doordat hij de mijl in 3 min. 40 sec. wint en ook in Hamburg beginnen de amateurs zich te weren. Harms wint de 3000 M. in 6 min. 33 sec. en de 7500 meter op 1 en 2 Febr. in 18 min. 3 sec. (tweede was Landahl, die ook in Heerenveen reed.) Te Christiania wint de amateur Frits Luhr de mijl in 3 min. 2½ sec.,Ga naar voetnoot* terwijl het den jeugdigen Hagen te Christiania weder mocht gelukken Axel Paulsen beslist in de 10 mijl te slaan. De tijd wordt opgegeven te zijn 23 min. 2 sec. Paulsen had kort te voren den Zweedschen Kampioen Aven geslagen. Dat Axel Paulsen, op merkwaardige wijze het snel- en kunstrijden weet te vereenigen, blijkt uit het feit, dat hij niet lang na den wedstrijd met Hagen de mijl in 3 min. 31⅗ sec. achteruitrijdende aflegde. Op 25 Februari was de immer vaardige Sportclub weer gereed de hardrijders op hare banen te ontvangen en de ‘Internationale Hardrijderij om het Meesterschap van Amsterdam (!) kon te 2 uur beginnen. De baan was volgens Wichers' uitstekende systeem aangelegd. Een binnen- en buitenbaan. Er werd op tijd gereden en de 4 beste tijden deden aan den kamprit mede. Na een fraaien strijd won | |
[pagina 89]
| |
de zwaar getrainde George Jurjens in 7 min. 16⅘ sec. zooals hij wilde; 2e prijs de heer van Vollenhoven in 7 min. 43⅕ sec., 3e was de stevige R. Broekmeyer en 4e prijs J.F. de Boer. Jurjens sloeg het record van Tebbutt = 8 min. 52 sec. en van W. Groneman (Hamburg) = 8 min. 16½ sec. De heer K. Pander reed niet mede. George Jurjens was toen 22 jaar oud. Door de beoefening van het voetbalspel en het hardloopen had hij een geleidelijke training ondergaan en was in uitstekende conditie. Door zijn succes in het hardloopen kwam hij op het idee zich voor schaatsenrijden te oefenen en begon zich zoo spoedig er ijs was de loopoefeningen ten nutte te maken. Hij bleef in conditie voor ‘de Internationale’ te Heerenveen, doch deze kon wegens den dooi niet doorgaan. Op 26 Februari werd
Geo. Jurjens.
het Meesterschap van Amsterdam (Internationaal alweer!) verreden. 17 Rijders, waaronder de besten uit ons land, namen er aan deel, zooals o.a. Wybe de Vries, Merk en Benedictus en Arie v. d. Berg. De Engelschen waren ons echter op de 3218 Meter wederom de baas. James Smart won in 6 min. 56½ sec. G. See was 2e in 6 min. 59⅕ sec. B. Kingma 3e in 7 min. 11 sec., Arie 4e in 7 min. 16⅕ sec. Tebbutt reed, als cloture van het seizoen op 1 Maart in 3 uur tijds 63½ K.M. op de baan der sportclub. Op Zondag 4 Maart had de lang besproken wedstrijd tusschen Hagen | |
[pagina 90]
| |
en Paulsen om het Kampioenschap van de Wereld plaats over 10 Engelsche mijlen. Beiden waren in uitmuntende conditie. Meer dan 15000 toeschouwers woonden den kamp bij. Na de eerste 11000 Meter kwam Hagen voor en werd ten slotte, ofschoon het publiek Paulsen voortdurend aanvuurde, No. 1 met ca 100 Meter voorsprong. (Tijd 23 min. 26 sec. Voor Paulsen 33 min. 51 sec.). | |
Het seizoen 1888-89.Weer hebben de bloemen gebloeid, weer zijn de bladeren gevallen, weder heeft de wintervorst de wateren doen stollen. Onze overzeesche buren houden reeds den 4en Januari een beroepsrijderswedstrijd, waarin Smart, de ‘Champion’ ten tweede male bewijst, dat hij See de baas is en ‘Champion’ blijft. De heer W. Loveday,Alex. von Panshin.
een der beste Engelsche rijders, die wij bij ons in Nederland hebben gezien, won het Kampioenschap der amateurs, den heer Wallis slaande; zijn broeder J. Loveday was goede tweede. De grootste en belangrijkste wedstrijden, die nog ooit gehouden waren, hadden echter op 8, 9 en 10 Januari plaats. Wie uwer, die deze voor onze liefhebbers zoo heerlijke dagen heeft meegemaakt, zal ze ooit vergeten? Het American Hotel kon nauwelijks de eieren leveren, die de schaatsenrijders in training er bestelden! Hollanders, Russen, Engelschen en Amerikanen, alles was te Amsterdam bijeen en Donoghue was reeds in de laatste | |
[pagina 91]
| |
dagen van December zijne geheimzinnige oefeningen op de sportclub begonnen. Er werd volgens Wichers systeem opgemeten. Ieder rijder had een afzonderlijke baan. Eerst was de halve mijl aan de beurt. Wat daar te zien is gegeven, is verbazend. V. Panshin was gemakkelijk No. 1 in 1 min 24⅗ sec. Klaas Pander, die zich zeer sterk getraind had, was No. 2 in 1 min. 30⅘ sec. C.G. Tebbutt en Loveday werden 3 en 4 in 1 min. 33 sec. en 1 min. 35⅖ sec. Donoghue was gevallen. Om zich een goed begrip te kunnen maken van v. Panshin's snelheid is niets beter dan eens zoo'n afstand gereden te hebben. Ik heb over dien afstand ‘gegeven wat ik kon’ en toch kwam ik niet verder dan 1 min. 37 sec. (hetgeen toen niet slecht was in vergelijking met anderen). Van Couvée en mij werd in de Ned. Sport gezegd, dat we de eenige Nederlanders waren, die goed startten. Och wat hielp het? Wij moesten er allen successievelijk aan gelooven. Dat echter onze spes patriae er ‘aan ging’ op de ½ mijl, zie dat speet mij meer. Ik geloof dat Pander, indien hij niet de belachelijk zware oefeningen, door het systeem de Salis voorgeschreven, had volgehouden en indien hij zich meer doelmatig geoefend had, de ½ mijl harder zou gereden hebben. In de mijl werd er eveneens zeer hard gereden. De uitslag was dat v. Panshin (2 min. 59 sec.), Jos. Donoghue 3 min. 5 sec., G. Jurjens 3 min. 10 sec. en L. Tebbutt in 3 min. 14 sec. de beslissingskampen aangingen. George Jurjens sloeg Tebbutt (3 min. 7⅕ sec.) Tebbutt's tijd 3 min. 12⅕ sec. Toen kwam de spannende wedstrijd Panshin tegen Donoghue. ‘Go’ zei de starter en..... tik-tik-tik-tik, als een muis zoo vlug, zet Panshin er den gang in. Donoghue is hem weldra op de hielen en pijlsnel vliegen beiden de hoeken om. Eindelijk komt Panshin iets voor en wint in den prachtigen tijd van 2 min. 58⅗ sec. Een donderend applaus en een zenuwachtig gewuif met zakdoeken en hoeden is het teeken, dat Panshin de tribune gepasseerd is. De derde dag hadden zich velen | |
[pagina 92]
| |
teruggetrokken, alleen de beste rijders bleven over. Ditmaal is het met recht een spannende race, want hoewel men het vermoedde, was het toch nog niet zeker dat Donoghue, v. Panshin op de 2 mijl zou ‘aan kunnen’. Toch geschiedde het, en het oorverdoovend leven dat er gemaakt werd op de tribune en langs de touwen is wel een bewijs hoe deze kamp de belangstelling opwekte. Donoghue wint in 6 min. 24 sec., v. Panshin's tijd is 6 min. 31 sec. Jurjens is 3o (daar Pander viel) in 6 min. 43⅕ sec. Pander in 6 min. 46⅘ sec. De vreemdelingen waren opgetogen over de goede banen en uitmuntende regeling. V. Panshin ging daarna naar Weenen waar hij den 13en Januari ten tweede male het Kampioenschap van Oostenrijk wonGa naar voetnoot* in den recordtijd van 2 min. 57⅗ sec. en Donoghue wederom op de mijl klopte. Deze klopte de Duitschers te Hamburg gemakkelijk op 15 en 16 Januari en keerde toen naar de nieuwe wereld terug. In ditzelfde jaar word het Zweedsche Kampioenschap ingesteld, doch ook daar scheen men niet veel wijzer in de oude geschiedenis des lands te zijn, want het werd daar eveneens internationaal gemaakt. De Noren namen echter alles mede naar huis en er werd zeer hard gereden. Godager (die een soort slag heeft als Fredriksen en misschien nog eleganter rijdt) won de 5000 M. in 10 min. 5⅖ sec., Norseng tweede in 10 min. 5⅗ sec. In de 10 mijl was weer Godager No. 1 in 3 min. 5⅕ sec. Op 22 Februari won Jos. Donoghue, in zijn moederland teruggekeerd, de 5 mijl, de ⅙ mijl viel aan T. Donoghue ten deel, terwijl Mosher de mijl won. In de 10 mijl is James Donoghue, de jongste broeder, No. 2, een rijder, waar we nog wel eens veel van zullen hooren. Den 18en Januari zaten de Heeren: Jurjens, Pander en Couvée met ‘Oome Kris’ in den trein naar Hamburg. | |
[pagina 93]
| |
Geen blauwe kringetjes van geurige panatella's kronkelden door 't portier, men zat ‘niet rooken’; men was in ‘training’. Harms was een beetje huiverig dat stelletje geweldenaars te ontmoeten en er was reeds geseind, dat de match niet door zou gaan. ‘Dan hebben wij gewonnen’, krabbelde de Salis op een stukje papier en seinde het over. ‘Dan maar komen’ seinde men weer terug. En zij kwamen. De mijl was het eerst aan de beurt. Pander sloeg Hansen. George klopte Groneman en Couvée, (die zich op voorbeeldige wijze had getraind) kreeg zoowaar de ‘hoop der Hamburgers’ Harms te pakken. Pander gebruikte 1 min. 27 sec. Jurjens 1 min. 28 sec. en Couvée 1 min. 36⅕ sec. Alles had in diepe stilte plaats. Geen bravo werd er vernomen, toen de onzen wonnen! Doch ze waren tevreden. Klaas liet alle tanden zien, Jurjens meende dat we ‘'t 'n aardig handje’ gegeven
A.L. Couvée.
hadden en ook Couvée trok vergenoegd aan 't snorretje. Nu de 1 mijl. Couvée reed alleen en hoewel hij viel, deed hij er 7 min. 22⅕ sec. over. Jurjens sloeg Groneman 6 min. 48⅘ sec. (gestelde tijd 7 min. 48 sec.) en Pander zorgde dat het ver schil nog grooter was, 6 min. 56 sec. en 8 min. 3⅖ sec. Hulde aan 't bestuur van de Hamburger-IJsvereeniging, die, hoewel ze wist, dat wij sterker waren, toch deze internationale wedstrijden arrangeerden. Harms beweerde na afloop, dat hij met onze rijders gespeeld had ‘wie die Katze mit der Maus.’ Kan het erger? | |
[pagina 94]
| |
Het seizoen 1889-90.In het vorige jaar waren de internationale wedstrijden eerst recht in zwang gekomen, ik zal de volgende echter niet zoo uitgebreid behandelen, daar het mij meer te doen was, hun eerste ontwikkeling aan te toonen. Pander en Kingma gingen dezen winter naar St. Moritz, eerstgenoemde liet de geurige 3 cts. sigaar en Marten de vroolijk krullende friesche baai in den steek. En de resultaten bleven niet uit, want toen wederom de groote wedstrijden te Amsterdam plaats hadden, was Pander no. 1 in de halve mijl in 1 min. 22⅖ sec., Norsing 2e in 1 min. 24 sec., Godager 3e in 1 min. 27 sec. In de mijl was Pander wederom no. 1 in 3 min. 6 sec., Norseng 2ǝ in 3 min. 7 sec. In de twee mijl was echter Norseng hem de baas en won in 6 min. 23 sec., Pander 2e in 6 min. 33⅖ sec. Ook de 5 mijl werd door den krachtigenNorseng.
Noor gewonnen in 16 m. 48⅖ s., Jurjens was 2e in 18 m. 33⅖ s. Was het vorige jaar Jurjens onze hardste rijder, nu was Pander hem de baas. Von Panshin en Godager zoowel als Pander (de laatste den 3en dag, toen hij de 5 mijl zou rijden) werden aangetast door influenzaGa naar voetnoot*. Kort na deze wedstrijden stierf de door ons allen zoo gevierde Salis. Er werd niet gesproken aan zijn graf, doch behalve zijne vele vrienden, stond daar menig hardrijder, die de tranen langs de | |
[pagina 95]
| |
koude wangen liepen, toen ze dien man daar zagen begraven, die hen als het ware met ‘zijn’ vuur bezield had, die hen had geleerd, dat willen en kunnen dikwijls één zijn.
*** Op 29 Jan. hadden de Amerikaansche wedstrijden plaats. De Heer Mosher won de kwart mijl in 37⅕ sec., de mijl en de 5 mijl kwamen weer in handen van Jos. Donoghue, die ze in 3 min. 23⅕ sec. en in 17 min. 50⅕ sec. wist te winnen. Thans begon men ook in Rusland internationale wedstrijden te houden; de ⅓ mijl werd den 20en Febr. door Linsted in 50 sec. gewonnen, von Panshin 2e in 51⅗ sec. Norseng won de mijl in 3 min. ⅕ sec., Linsted 3e (6 min. ⅕ sec.) Baltsheffsky, een der beste Finsche rijders in 3 min. Fredriksen.
10 sec. De 3 mijl won Norseng gemakkelijk in 9 min. 26⅗ sec. Te Stockholm werden den 2en Maart de wedstrijden tot een goed einde gebracht, thans wonnen de Zweden en waren de Noren op de 2e plaats. O. Grunden was de winner van de mijl in 2 min. 55⅖ sec., Thomas 2e in 2 min. 55⅖ sec., Ostersen, eveneens een Zweed, 3e en Fredriksen 4e in den zelfden tijd 2 min. 55⅖ sec. Fjaested 5e in 2 min. 55⅗ sec. Het waren, zooals uit de tijden blijkt, zeer scherpe kampritten. In de 5000 M. won Fredriksen in 9 min. 19⅘ sec. Thomas was 2e in 9 min. 32⅘ sec. Ook Pander deed mede en reed het Nederlandsch record van 3 min. 2⅖ sec. Harder kon hij niet, toch was het een prachtige tijd. Axel Paulsen en Hugh Mc Cornick | |
[pagina 96]
| |
streden te Montreal, alwaar de Canadees hem gemakkelijk versloeg. Op 13 Februari hadden wij te Amsterdam nog een paar belangrijke, (wel is waar geen internationale) wedstrijden. De 2 mijl voor de beroepsrijders. B. Kingma won die in 7 min. ⅕ sec. De Boer was 2e in 7 min. 4⅗ sec. en A. van den Berg 3e in 7 min. 5 sec. Dezelfde afstand werd toen door de amateurs gereden, Pander overwon Jurjens (die niet in conditie was) in 6 min. 49⅘ sec., Couvée sloeg Broekmeyer 6 min. 59 sec. en 7 min., zoodat deze 3 rijders betere tijden maakten dan de beroepsrijders. Wederom verliest de schaatsenrijderswereld een man van[v.l.n.r.] Grunden. Fjaestad. Thomas.
veel verdienste, een onkrenkbaar eerlijk en gepassioneerd voorstander van den ijssport, den Heer Neville Goodman, den vader van den Engelschen Bond. Tegen het einde van het seizoen wint Godager de 5000 M. in den prachtigen tijd van 10 min. 5⅖ sec. slechts met een paar streken winnende van Norseng in 10 min. 5⅖ sec., Halvorsen 3e in 10 min. 11⅕ sec. en Ottersen 4e in 10 min. 11⅖ sec. Den volgenden dag reed Godager de 10 Engelsche mijlen in 33 min. 21 sec. hetgeen wereldrecord werd. Ook in Nederland had op 6 Maart nog een wedstrijd op 10 mijl plaats. Pander won die in den goeden tijd van 34 min. 19 sec., hierbij haalde hij Couvée één baan en Venema circa 2 banen in. Couvée, die ook gaf ‘wat er in zat’ was 2e in 35 min. 51⅖ sec. De wedstrijd tegen Schade was niet zeer belangrijk, de 5000 M. werden door Pander in 10 min. 40 sec. afgelegd. Couvée | |
[pagina 97]
| |
was 2e in 11 min. 14 sec., Venema 3e. Schade werd door den Heer Prins meer meegenomen om eens te zien hoe hij tegenover Pander enz. stond, dan wel met het idee om te winnen. Op 22 Febr. werden de Amerikaansche Kampioenschappen verreden. De 220 yards won Tim Donoghue in 20⅕ sec. rijdende, alleen Münzesheimer klauwde, doch won niet, daar hij te vroeg ophield en later in den eindrit viel. Philips record 20⅖ werd zoodoende juist geslagen. De 5 mijl werd door Jos. Donoghue gewonnen in 18 min. 44⅖ sec. De mijl werd gereden in 3 min. 38⅕ sec. en de 10 mijl in 37 min. 14⅕ sec. De Donoghue's waren door een vergissing naar huis gegaan. Zij dachten, dat de wedstrijden den volgenden dag zouden worden voortgezet. Wat zouden Pander en Couvée hier tegenover een flink figuur hebben gemaakt! | |
Het seizoen 1890-91.Slechts in korte trekken zal ik, nu in de vorige hoofdstukken de eerste internationale wedstrijden uitvoeriger zijn behandeld, de laatste winters beschrijven en slechts inGodager.
beperkten kring internationale wedstrijden en tijden meedeelen. Marten Kingma en Houtman werden in December naar Noorwegen gezonden om te oefenen. Houtman is een goede rijder, doch niet wat men van hem dacht te kunnen maken: een eerste klasse rijder. Smart en See oefenden te St. Moritz. Donoghue oefende in Noorwegen en sloeg, na volbrachten oefentijd, Fredriksen. Daarna ging hij naar Heerenveen, waar Thialf de fraaiste banen had in orde ge- | |
[pagina 98]
| |
bracht, die ooit voor wedstrijden in orde gemaakt zijn. Er waren een massa menschen, doch de vinnige koude en de groote uitgestrektheid der banen maakte het ongezellig. Zeer dikwijls ging men een poosje ontdooien in de Koninginnetent, alwaar een friesch meisje in nationaal costuum in het buffet stond. (Zie titelplaat). De kwart mijl werd door Hanje gewonnen. M. KingmaPander en Donoghue in de halve mijl te Amsterdam. (Naar de natuur geteekend.)
51⅕ sec., B. Kingma 3e. See werd gemakkelijk geslagen. Jos. Donoghue won de mijl in 3 min. 9⅘ sec. Landhal 2e in 3 min. 32 sec., K. Pander 3e in 3 min. 35⅕ sec. Houtman 4e in 3 min. 39 sec. Pander reed zonder moed en gevoelde zich niet prettig. Donoghue won ook de 3 mijl in 9 min. 17 sec. Landahl 2e in 10 min. 40⅕ sec. Wij hielden ons slecht. James Smart won het Nederlandsche (!) | |
[pagina 99]
| |
Kampioenschap in 3 min. 7 sec. Marten was 2e in 3 min. 8⅘ sec., See 3e in 3 min. 11 sec., en de dappere kleine v. d. Schaaff 4e in 3 min. 17⅘ sec. James Smart won, thuiskomende, wederom het Engelsche Kampioenschap. In Groningen reed M. Kingma de mijl in 3 min. 5 sec. Een groote vooruitgang in den tijdstandaard. Harald Hagen sloeg den bekenden Canadees M'c Cormick te Christiania in 15 min. 56 sec. Het Engelsche Amateur Kampioenschap werd weder door Loveday gewonnen, doch aan de internationale wedstrijden te Cambridge deed alleen Donoghue als vreemdeling mede. Wederom hebben wij de Amsterdamsche spiegelgladde baan voor onze oogen, weer wordt Donoghue's witteJos. Donoghue, Amateur Wereld-Kampioen 1890-91.
muts zichtbaar in ons midden en weer behaalt hij de lauweren, die we hem zoo gaarne gunnen. De halve mijl wint hij in 1 min. 25⅖ sec. Klaas Pander is 2e in 1 min. 30⅕ sec. en de jonge Jaap Eden is 3e. Donoghue is alweder N0. 1 in de mijl in 3 min. ⅗ sec. Pander 2e en A. Underborg 3e. Ook de 2 en de 5 mijl wint Donoghue in 6 m. 10⅘ s. en 16 m. 1 sec., terwijl Pander tweede aankomt in 6 min. 38⅗ sec. en 17 min. 4 sec. Jos. Donoghue wint hiermee het eerste ware Wereld Kampioenschap, met een sjerp, waarop in plaats van ‘Meesterschap der Wereld’ of ‘Wereld Kampioen | |
[pagina 100]
| |
1890-91,’ de woorden ‘Champion der Wereld’ geborduurd stonden. Doch de beker, die er het vorig jaar voor uitgeloofd was, bleef achterwege! In Paterswolde hadden eveneens internationale wedstrijden plaats. Pander sloeg zijnen leerling J. Eden in 3 min. 7⅘ sec. Eden's tijd 3 min. 12⅕ sec. M.C. van Dissel 3e. Smart, die bij de internationale beroepsrijders had ingeschreven, kwam niet opdagen. Marten Kingma deed toen 3 min. 4⅘ sec. over de mijl, zijn vorig record nog verbeterend. Donoghue was intusschen in de U. States terug en won al de Amateurs-Kampioenschappen aldaar op 7 Februari. Den 23n Januari hadden te Hamburg wedstrijden plaats. De Duitschers werden geslagen. Grunden won de ⅓ mijl in 55⅕ sec., Norseng 2e in 55⅖ sec. Pander 3e in 57⅕ sec. Norseng won de mijl in den fraaien tijd van 2 min. 59⅘ sec. Oscar Grunden 2e in 3 min. 1⅖ sec., Pander 3e in 3 min. 5⅖ sec. Norseng zou ook de 2 mijl en daardoor het Kampioenschap van Europa gewonnen hebben, indien hij meer zijn best had gedaan. Nu won Underborg, die zijn uiterste krachteu inspande, onder daverend gejuich in 11 min. 54⅗ sec. Ook Schou, (een in Duitschland wonende Deensche rijder) deed hem dat kunstje na en werd 2e in 12 min. 9⅘ sec. Had Norseng, die den tijd van 12 min. 12⅗ sec. gemaakt had, harder gereden, hetgeen hij zeer zeker kon, dan had hij 3 afstanden gewonnen en was Kampioen van Europa geworden. Op 11 Januari hadden te Hamar wedstrijden plaats, die de recordlijsten aanmerkelijk in beroering brachten. De trots van Hamar, Norseng werd door Ländahl geslagen op de 5 mijl. Hij maakte wereldrecord door dien afstand in 15 min. 18 sec. te rijden (Wereldrecord). Norseng 2e in 15 min. 19⅖ sec. De halve Engelsche mijl werd door Norseng verbeterd tot 1 min. 22⅕ sec. Ware Pander te Amsterdam niet gevallen, dan was dit record in Nederland gebleven, want harder heb ik hem nooit zien rijden en hij was toen reeds 6 meter minstens voor. Halvorsen was 2e. | |
[pagina 101]
| |
De mijl werd door Fjaestad op 2 min. 51⅕ sec. (wereldrecord) gebracht. Grunden was 2e in 2 min. 54 sec. Ländahl werd kort daarna beroepsrijder, door tegen Hagen op 5000 M. te rijden, hetgeen hij won in 9 min. 35 sec. Hagens tijd 9 min. 36 sec. (Beste amateurtijd O. Fredriksen in Stockholm 9 min. 19⅘ sec.) Te Stockholm hadden op 28 Februari wedloopen plaats over 500 meter, die door Grunden in 50⅘ sec. werden gewonnen. Fjaestad verschilde slechts ⅕ sec. Norseng ⅗ Op 1 Maart wint Godager op zeer zacht ijs de mijl en 500 meter. Dezelfde Hagen, die door Ländahl geslagen werd, rijdt om het meesterschap der wereld (voor beroepsrijders) tegen Mc. Cormick en wel te Kopenhagen. Hagen wint het in 9 min. 15 sec. Welk een chaos! Gelukkig dat het nu beter zal worden. | |
Het seizoen 1891-92.Dezelfde vraag: heeft iemand of zelfs een ijsclub zoo maar eens het recht een wereldkampioenschap uit te schrijven, geeft weder aanleiding tot geharrewar en lange artikelen in Sportbladen. Hagen overwon Smart in een 3-mijls rit in 8 min. 46⅖ sec. Smart gebruikte 9 min. 13⅕ sec. Beiden zijn prachtige tijden; doch in de mijl gaf Hagen nog heel wat anders te zien door het record van het vorige jaar (2 min. 51⅕ sec. van Fjaestad) te verbeteren tot den ongekenden tijd van 2 min. 49 sec.!!! Smart reed 2 min. 53⅕. De baan was prachtig ¾ mijl in omtrek. Men reed volgens het Hollandsche systeem. Smart reed op de rechte banen harder dan Hagen, doch deze won in elke bocht aanmerkelijk. Hij ging in de bochten harder, dan op de rechte einden. Tebbutt schrijft hierover nog, dat ieder zeide, dat Smart's stijl beter was, iets wat ik zeer veel moeite heb om te kunnen gelooven. Op 2 Januari had te Hamar een amateurswedstrijd plaats over 1½ Eng. mijl. | |
[pagina 102]
| |
Halvorsen is eerstaankomende in 4 min. 24 sec. Ook wint hij de mijl in 2 min. 56 sec. Een gunstig verschijnsel valt in ons land waar te nemen. De ijsclubs nemen initiatief tot het geven vcn amateurswedstrijden. Sneek schrijft het Kampioenschap van Friesland uit (hoewel da regeling veel verkeerds had) en v. Wely wint dit in 45⅘ sec. Rodenhuis 2e in 46⅖ sec. Deventer schrijft een goedgeslaagde mijlwedstrijd uit, Rodenhuis wint in 3 min. 11⅗ sec. C. Koning (de wielrijder) is 2e in 3 min. 14 sec., Houtman 3e in 3 min. 21⅖ sec. Op 16 Januari geeft de Altonaer IJsclub weder eens gelegenheid om te toonen wat men kan. Ehrhorn wint het Kampioenschap van Hamburg en Altona (3000 M. in 6 min. 1⅗ sec.)
A. Underborg en Ehrhorn, de beste Duitsche rijders.
De internationale mijl wint weder Ehrhorn, dien ik voor den besten amateur in Duitschland houd, in 3 min. 3⅘ sec. Aug. Underborg 3e in 3 m. 4⅘ sec., Houtman 4e in 3 min. 17 sec. Ook de 2 mijl weet Ehrhorn te winnen in 6 min. 34 sec. Weer heerscht nationale vreugde in onze harten als Jaap Eden een week later naar Engeland gaat en de Prince of Orange Cup wint. De tijd werd, zegt men, door den heer Digby gegeven als 3 min, 25 sec.; de meeste onzer horloges wezen echter 3 min. 18 sec. Tebbutt was 2e in 3 min. 26⅕ sec. Ehrhorn wint den 19en Januari weer de mijl en de 3 mijl te Hamburg (resp. in 3 min. 4⅗ sec. en 9 min. 46⅕ sec.) Te Weenen wint Engelmann het Kampioenschap van Europa in het kunstrijden. Von Foldvary is 2e, Zachariades 3e. | |
[pagina 103]
| |
De 1609 Meter werden door Schilling in 3 min. 30 sec. gewonnen, wel een bewijs, dat het ijs beneden critiek is geweest. Vooral daar Thomas, die veel beter rijder is dan de stoere, norsche Schilling, er 3 min. 31 sec. en Ehrhorn, die ook veel sneller is, er 3 min. 32 sec. over deden. Hij wint ook de mijl in..... 3 min. 53⅕ sec! en de 3 mijl in 12 min. 21 sec., zoodat hij Kampioen van Europa werd. De andere rijders hadden zich meerendeels teruggetrokken. Het ijs was niet berijdbaar. Op 6 en 7 Februari zijn de Stockholmers weer aan 't werk. Gustafsson wint
De ‘Prince of Orange Cup.’
de 500 Meter in 53⅕ sec., Ehlert 2ǝ in 53⅘ sec., Halvorsen viel, na ⅔ van de baan te hebben afgelegd. De internationale 1609 Meter wint Ehlert in 2 min. 56 sec., Bodé 2e in 2 min. 56⅘ sec. Halvorsen wint de 5000 Meter, Ehlert 2e in respectievelijk 9 min. 35⅕ sec. en 9 min. 40⅗ sec. Op 21 Febr. gaan Smart en Hagen elkaar wederom te lijf. Hagen wint in 33 min. 26⅖ sec. de 10 mijl. Smart's tijd 35 min. 13 sec. Te Newburgh zit Donoghue evenmin stil en wint de ½ Eng. mijl in 1 min. 5⅖ sec., en de ¼ mijl in 35 sec. Te Hamar had op 20 en 21 Febr. een zeer interressante ontmoeting onzer rijders met de Noren plaats. De baan was goed, er werd gestart met een electrisch toestel, hetwelk het vertrek meldde aan den tijdopnemer, die aan het einde de aankomst afwachtte. | |
[pagina 104]
| |
M. Kingma heeft een prachtigen tijd over de mijl gemaakt, die nog nooit door een Nederlandsch beroepsrijder geslagen is, n.l. 2 min. 57⅖ sec.! Nederlandsch record voor beroepsrijders. De 500 Meter won hij in 1 min. 52⅗ sec. Beide keeren sloeg hij Torkildsen. De Amateurs zouden nog eens wat anders presteeren. Halvorsen en Norseng sloegen beiden het amateur-record van 2 min. 51⅕ sec. (Fjaestadt). Ik houd deze wedstrijd voor een der felste, die ooit gehouden werden en de scherpste concurrentie is hier waar te nemen geweest. Halvorsen doet de mijl in 2 min. 47⅖ sec.., Norseng in 2 min. 50 sec., Rud. Erickson in 2 min. 51⅘ sec., Petersen in 2 min. 54⅘ sec. Oscar Fredriksen in 2 min. 55⅖ sec., Ostlund in 2 min. 58⅗ sec., Rodenhuis in 2 min. 59 sec., (waardoor hij het Nederlandsche amateurrecord sloeg), ja, No. 10 doet de mijl nog in 3 min. 6⅘ sec. Halvorsen wint ook de 500 Meter in 50⅕ sec., en slaat het wereldrecord, zijnde 56⅘ sec., Norseng 2e, Ericson 3e. Aan den beroepsrijderswedstrijd op 5000 M. doen alleen Kingma en Tokildsen mede. Kingma wint in 9 min. 44⅘ sec. ‘Dat zal ik je eens anders laten zien.’ zegt Halvorsen en maakt over denzelfden afstand wereldrecord in 9 min. 10⅕ sec. Ericson 2e in 9 min. 15⅘ sec., Adolf Norseng 3e in 9 min. 19 sec. Te Christiania waren op 21 Februari weder belangrijke races. Fredriksen wint de ½ mijl in 1 min. 24 sec. en het Meesterschap van Skandinavië in 9 min. 30⅕ sec. (3 Eng. mijl), Norseng was gevallen. Hagen slaat Smart in de 10 mijl in 33 min. 26⅖ sec. Het meesterschap van Noorwegen krijgt Fredriksen eveneens en doet 3 min. 1 sec. over de mijl. |
|