Liedjes en andere verzen(1870)–Emiel Moyson– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 58] [p. 58] Gemijmer. Soms, wen ik 't vlietjen opwaarts vaar van mijne verste herinneringen, dan worde ik iets in mij gewaar dat 'k vruchtloos poge te bedwingen. Mijn' ziel, door weemoed aangedaan, ziet 't heden en de toekomst aan, en 'k vergelijk mijn' laat'ren strijd bij mijnen eersten levenstijd. O, 'k wil geen' wrevel lucht hier geven, maar slechts als kind genoot ik vreugd... - Gezegende uchtend mijner jeugd, waarom zóó spoedig heengedreven? Vorige Volgende