Brieven aan Frederik van Eeden
(1970)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrechtelijk beschermd8Waarde Vriend!Ga naar voetnoot80 - Ja zeker; wil jij de sonnetten uitzoeken? graag. Ik meende juist, dat je 't beter vond, de meer wijsgeerige tot later te bewaren; maar ik ver- | |
[pagina 39]
| |
moed ook, dat 't wel goed is, meer te publiceeren, ook nu al, dan de ‘natuurbeschrijvingen’ (vreeselijk woord!) - Je moet goed begrijpen, dat ik volstrekt geen passie heb voor van Dishoeck; ik heb z'n naam hooren noemen, 'n paar maal, met waardeering: ‘'n artistieke man’ en ‘'n geschikte man’.Ga naar voetnoot81 Maar 'n ander vind ik even goed. Voor mij is de hoofdzaak, dat ik er zelf bij ben. (Ik doe hier mijn best wat sterker te worden). In Januari wou ik et tweede deel laten verschijnen. - Ik zou zeggen: als 't met van Dishoeck toch niets geeft, laat hij dan et manuscript niet krijgen; misschien houdt hij 't te lang, en ik zou 't zoo jammer vinden, als er onnoodig-veel tijd verloren ging. Maar ik laat dit heelemaal aan jou over. 'T is mij volmaakt hetzelfde - Als ik er maar bij ben! - Ik denk aan Bilderdijk: die was immers ook zoo overtuigd van z'n gauw doodgaan? En schreef hij niet, jaren lang, Stemmen uit het Graf?Ga naar voetnoot82 - Je kunt trouwens van Dishoeck bij alle Goden laten zweren, dat hij 't binnen zóóveel dagen teruggeeft. - ‘In uw handen beveel ik mijn geest.’, als IJsbrandt.Ga naar voetnoot83 - Dag! J.A. dèr Mouw |
|