Brieven aan Frederik van Eeden
(1970)–J.A. Dèr Mouw7L.v.M. 33372 Waarde Vriend. - Het doet me veel plezier, dat je deze vokatief gebruikte: ik dacht namelijk, dat ik je ontstemd had; ik kan niet met 'n paar woorden zeggen, waarmee; dat vertel ik je, wanneer we elkaar spreken, precies. Het heeft me al die tijd gehinderd, sinds Zaterdag. - Ik las van morgen je briefje,73 (half) hardop, voor; en heb toen m'n vrouw verteld van de Stad; - ik denk daar dikwijls over - en weifelde toen, met 'n vaag gevoel, of jij wel graag zou willen, dat ik er over sprak. Achteraf staat et me, dunkt me, voor, dat je gezegd hebt, dat ik er niet over moest praten. Is dit niet | |
[p. 36] | |
| |
[p. 37] | |
Publicatie in het weekblad De Amsterdammer van 3 augustus 1918
| |
[p. 38] | |
zoo? Ik meen 't me nu goed te herinneren. M'n vrouw zegt dikwijls, dat ik haar zoo weinig vertel; ze komt 'r niet veel uit; en hoort dan wel 's iets, dat ik al eerder geweten had, maar niet gezegd, òf om dat ik 't vergat, òf om dat me gevraagd was, er over te zwijgen. Toen ik dan je brief je had voorgelezen, kreeg ik, tegelijk met et plezierig gevoel, iets moois te vertellen, en met de twijfel: ‘Mag ik dat zeggen?’, et nare gevoel, van nu op eens te moeten ophouden. Maar m'n vrouw kan zwijgen. - Ik ben erg benieuwd, hoe je 't vers zult vinden, waar aan of liever: waarmee ik bezig ben. Het wordt veel langer dan ik gedacht had,74 dus 't duurt nog 'n tijdje, voordat je 't krijgt. Het gebeurt nog al 's, dat ik me onlekker voel: - moe, hoofdpijn -; en dan schiet je niet op. - Ik kan nog niet doodgaan, ik bedoel, ik heb daar nog geen tijd voor! Er kunnen nog veel mooie dingen te voorschijn komen; maar ik heb vaak et gevoel, dat ik niet lang meer leef. En ik ben nog lang niet uitgepraat! - Zou je de volgende Zaterdag75 kunnen plaatsen: I 32 Voorjaar; I 12 Honing; I 38 Herfst; I 21A Bloemenfeest? -76 Als ik Zaterdag (aanstaande)77 nog niet met van Dishoeck kan overleggen, kan ik best van uit Lochem overkomen; maar ik zou wel erg graag willen, dat in Oktober het eerste deel uitkwam, en dan 'n paar maand later het tweede: want ik wou er toch wel graag bij zijn. Dan kan ik in de vakantie drukproeven korrigeeren. - Ja, zeker; ik vind 't heel aardig, eens te hospiteeren.78 Dat kan dan na de vakantie zijn, hoop ik. Volgende week, Dinsdag,79 ga ik naar Lochem, en kom tegen September terug. - Ik groet jou, en je vrouw. - Dag! J.A. dèr Mouw |
|