Brahman. Deel 2(1920)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 420] [p. 420] ['k Zag wolkenschaduw over heuvels jagen] 'K Zag wolkenschaduw over heuvels jagen, Zwart over grijs, uit dal, naar top, naar dal, En 'k dacht: Mijn spookschip van verdriet, dat zal Dragen mijn ziel tot 't einde van mijn dagen. En schijn, tot vreemdkunstige werk'lijkheid, En werk'lijkheid, tot kunstschijn vreemd verheven, Het werd een diep, onwereldlijk beleven Van jou in mij, tot niet-meer-Ik verwijd. Doch ist dem Unglücksel'gen einst beschieden Erlösung - en ik spookte, een schaduw, dicht Voorbij je en hing, nevel van zilverlicht Rondom je, en hoorde ver: Fände er hienieden - Vol stilte was al lang je podium. De gouden naalden in de loges glommen; En langs de hemel kwam 't applaus geklommen Van jouw ekstatisch auditorium. Vorige Volgende