Brahman. Deel 2(1920)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 410] [p. 410] [Vol noorderlicht van plechtige flambouwen] Vol noorderlicht van plechtige flambouwen, Vol sterrebeelden hing het ijspaleis: 'T leek uit bevroren vuur, uit vlammend ijs, Uit poolnacht en uit tropenzon gehouwen; Door bloemen was 't, kristallen paradijs, Nog stil, maar 't scheen, kosmische machten zouen Een symphonie als van Beethoven bouwen Uit al wat edel is en groot en wijs. 'K zag irreëel 't solstitm-vierend bal: Was jij geen ster, die zalig door 't heelal Een zal'ge droeg, mij donk're, jij glorieuze? Neen, neen, geen ster - Je was een opening In muur van wereld - Was 't herinnering? - Maar 't Zelfde zie 'k nu nog door Betelgeuze. Vorige Volgende