Brahman. Deel 2(1920)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 409] [p. 409] [Langs 't meer schitterde t vuurwerk, knal na knal] Langs 't meer schitterde t vuurwerk, knal na knal: De plots'ling blauwverlichte bergen schrokken, Toen om hun scherpe toppen donderblokken Versplinterden tot klankbonken naar 't dal; En gouden-regens klommen naar 't heelal, Naar de aarde wierp clematis paarse klokken; 'T leek of apotheozen samentrokken Om ons, brandpunt van dubbel hol kristal: Want weer droeg ons het luchtschip; en we speelden, Twee zaligen, vangbal met sterrebeelden, Dat Casspeia op je scheiding viel; En toen ekstatisch vuur en donder rolde, Keek ik naar jou, mijn Brünhild, mijn Isolde, En 'k dacht: Neen, 't is geen vuurwerk; 't is haar ziel Vorige Volgende