Brahman. Deel 2(1920)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 404] [p. 404] [Rood vlamde in 't licht van volschijnende lamp] Rood vlamde in 't licht van volschijnende lamp, Een vuur, jouw haar, kronkelend over 't kussen, En hijgend knelden wij elkander tusschen Onze begeerige armen, klamp naast klamp; In je oogen zag 'k, wazig door gouden damp, Flikk'ren 't verlangen, rillend door mijn kussen Weer, weer mijn gloed in jouw lichaam te blusschen, Vertrokken in zalig kermende kramp. - Toen ze in de kist je naar de vlammen droegen, Was 't, of de voeten een triomfmarsch sloegen Van diepe onsterflijkheid; en 'k heb gedacht: Tot rook en asch zal nu het vuur verteren Je lichaam, maar jouw ziel zal niets ooit deren, Die niet verbrandde in die extazenacht. Vorige Volgende