Brahman. Deel 2(1920)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 330] [p. 330] [Wie slaaploos in herinn'ringrijke nachten] ‘Wie slaaploos in herinn'ringrijke nachten, Zich martelend met straffend zelfverwijt, Om 't lange leed van wie hij liefhad, schreit, Dat hun zijn daden en zijn woorden brachten - Als hij het Brahman ziet, uit zelfverachten Wordt hij tot vrede in 't Wereld-Ik bevrijd: Verbrand, verdampt voelt hij in de eeuwigheid Zijn schuld van daden, woorden en gedachten. Want zalig zijn de levenden, die sterven In Brahman, en door Zelf-besef verwerven Verlossing uit verblinding en verdriet. Ja, zegt de Geest, opdat ze rusten mogen Van hun verleden, nu hun wetende oogen Het Brahman zien. Hun werken volgen niet. Vorige Volgende