Brahman. Deel 2(1920)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 307] [p. 307] [Niet hoort hij, op zijn altaartroon, hoe loeit] Niet hoort hij, op zijn altaartroon, hoe loeit Wanhoop van ondergrondsche frenezieën, Nu wereldspel van fantasmagorieën Uit de eene toover in de and're vervloeit; Niet ziet hij, hoe weg uit verschromp'ling groeit De dwerg die, leunend aan zijn koning's knieën, Door zijn ekstaze om 't feest van fantazieën Beschenen, tot jong heldendom herbloeit: Hij hoort tot onmetelijke paleizen De zuilenbouw van orgelklanken rijzen, Die de aandreigende optocht ontvangen zal; Hij ziet boven de bergtop zich verbreeden Zwartblauwe band onder lichtende schreden - Ze stijgt - ze stijgt naar 't centrum van 't Heelal. Vorige Volgende