Brahman. Deel 2(1920)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 287] [p. 287] [Is 't voetstuk van zijn toren ondergraven] Is 't voetstuk van zijn toren ondergraven Door stille vlijt van borende sekonden, De tempel op 't terras straalt ongeschonden De schoonheid uit, die denkende eeuwen gaven: Opveert de acanth zijn zwevende architraven, Opstreeft langs cannelures 't zuilenronden, Opjaagt ruitergeroep uit open monden Opsteig'rend marm'ren vuur tot episch draven; Versteend in driehoekgevels openbaren, Gedragen door spondn van zuilenparen, Trots, God en val tragisch schokkende jamben; En zijn begrijpende aandacht meent te hooren Verdampen weer tot ekstatische koren De stilte van bevroren dithuramben. Vorige Volgende