Brahman. Deel 2(1920)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 285] [p. 285] [Gehoorzaam heeft me uw geestesmacht bevonden] ‘Gehoorzaam heeft me uw geestesmacht bevonden; De stilte staat doorschijnend in uw toren, Een blanke leegte, dat uw slaap kan hooren Macabre optocht van tripp'lende sekonden. Nog kan, die onderwereldsch ligt gebonden In 't taaie zwart van slangenweb, verstoren Door spookentoover 't rythme van uw koren, Hun sterredansen door uw feestrotonden. Weet: sinds ik zondig mijn gelijke boeide, Is 't, of tot molm mijn heldendom verbloeide, Mijn merg, de wortels van mijn zijn verdorden: Eisch van wie keerde uit wanhoopdiepe schachten Van Brahman's katakomben, moed noch krachten: Weet, heer: uw titan is tot dwerg verworden.’ Vorige Volgende