Brahman. Deel 2(1920)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 275] [p. 275] Brahmans' liefdefeest [pagina 277] [p. 277] [Wank'lend, uit afgronden vol stilstaand zwart] Wank'lend, uit afgronden vol stilstaand zwart, Waar 't onderwereldsch mamer van de nacht Barstte tot katakomben, ied're schacht Een doodenstad, diep tot aan Brahman's hart, Rijst 't oud bewustzijnshuis: sinds lang verstard, Staart over 't zwijgen van bruglooze gracht, - Gelijkgeboren, nooit verbeden wacht - De doffe blik van vensters, koud en hard; Diep als de diepste katakombe zinkt Haar bodem, zinkt, zinkt, nooit gestuite val, Door stilt', waarbij een woordgedachte klinkt Als een knetterslag van dond'rend heelal. In 't midden, ruine, wegglijdend tot gruis, Staat op duiz'lende zuil 't bewustzijnshuis. Vorige Volgende