Brahman. Deel 1(1919)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 255] [p. 255] [Als schertsend de aarde herfst'lijk lichtfeest houdt] Als schertsend de Aarde herfst'lijk lichtfeest houdt Met fakkelwedloop van lampadephoren, En gedruischlooze vaart van meteoren De eeuwige renbaan streept met nev'lend goud - Uitheemsche dracht van stralende heraut Hangt soms, waaiende sleep, statig te gloren; De hemel zwijgt, dat zwijgend de Aard' kan hooren De geheimzinn'ge groet van Fomalhaut - Dan is 't, alsof om mij, Prometheus, te eeren De ijlende lichtgestalten defileeren Langs wie de geest uit boeien heeft bevrijd, En Fomalhaut's gezant - nu 'k 't uit durf spreken, Blijven in heesche keel mijn woorden steken - Komt op audientie bij mijn majesteit. Vorige Volgende