Brahman. Deel 1(1919)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 245] [p. 245] [Langzaam wringt zich 't water door 't steile dal] Langzaam wringt zich 't water door 't steile dal, Verstaald tot gletscher, en bazalten wand Droppelt, geslepen door de gletscherrand, Bonkende blokkendonder, knal na knal. Gestrikt om rotspunt, waait de waterval, Vlag van 't gebergte uit luchtig wapp'rend kant: Zijn kleurig beeld in 't ijle stuifsel brandt 'T van licht onzichtbaar centrum van 't heelal. Machtig langs aangewezen helling gaat Naar rust van verre, diepe dood de daad, Oorsprong en drager van het menschenlot. Daadlooze vorm van 't Zelfde, schouwt de geest Al 't zijnde als wat zal zijn en is geweest, En breekt tot kunst 't ontzettend licht van God. Vorige Volgende