Brahman. Deel 1(1919)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 246] [p. 246] ['k Sta naar 't schitt'rend oranje in 't west te kijken] 'K sta naar 't schitt'rend oranje in 't west te kijken: Als fijne, zwarte tralies staan de abeelen; De blaadjes schijnen met het licht te spelen, Om 't op te vangen, als 't er door komt strijken. 'K zie om: het amethyst in 't oost verdeelen In trossen blauwe-regen diepgroene eiken; Aan de oogen, vol topazenglorie, lijken De abeelen trilgras van paarse juweelen. Op Brahman, wereldgrond, schijnen de dingen A jour gewerkte scherts: door de openingen Golft onbelemmerd stralende eeuwigheid. Het denken, moe van God, keert van Zijn luister Zich gretig-aardsch vaak af naar kleurig duister En weldadig koele verganklijkheid. Vorige Volgende