Brahman. Deel 1(1919)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 240] [p. 240] [Door blauwe gaatjes valt uit beukebogen] Door blauwe gaatjes valt uit beukebogen Op dood blad spikk'ling van roodkop'ren vlekken; Als soms, schuivend, ze elkaar schimmig bedekken, Is 't, of ze levend uit zich zelf bewogen. Ritselend komt een vlinder aangevlogen En weifelt rond rondom de lichte plekken; Hij zit; en nu zijn vleugels plat zich strekken, Staart in de zon de pauwglans van vier oogen. Stille magie sprenkelend op 't verleden, Komt, uit onzichtbare oorsprong aangegleden, Vreemd licht mijn schemering in vlammen zetten De psyche van mijn ziel met jong geflonker Waagt zich, weifelend blij, uit 't oude donker, En vangt symmetrisch 't licht in vier coupletten. Vorige Volgende