Brahman. Deel 1(1919)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 192] [p. 192] [Reuz'ge polyp, blauwgroenig verkristald] Reuz'ge polyp, blauwgroenig verkristald, Kruipen de gletschers neer, en bergen kraken, Als zijn geduldige tentakels haken Met gluipsche greep om lang wagg'lend bazalt: Tot botsend rotsenpuin uiteen geknald, Rommelt het weg in ver welvende kaken, En spokig blauwe grottenmuilen braken Een grauw schuimende storm, die sleurend valt. Wollige waterwolk, vol watt'ge pijlen, Waait klett'rend om spits afgeslepen spijlen, Waar 't klippig strand zijn palissaden trok, Of op wijd dreunend talud neergeduizeld, Ploft steeds op nieuw het steeds op nieuw vergruizeld, Nooit afgestroomd, groenglazig donderblok. Vorige Volgende