Brahman. Deel 1(1919)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 177] [p. 177] [Soms kan op 't berglandschap de zon niet schijnen] Soms kan op 't berglandschap de zon niet schijnen, Dat kleine ding, zoek onder wolk-ruinen; Dan 's morgens staat, bij donder van lawinen, 'T kosmisch sonnet van kleuren en van lijnen: Grens tusschen blauwe, onwereldsche kwatrijnen, Hangt smal een wolkenstreep, geel als lupinen; Omhoog, omlaag wijzen, aardsche terzinen, Sneeuwtoppen rood, en glooiend groen van pijnen. Soms denk ik dat, wat in mij verzen maakt, Een klein en machtloos ding is, zoek geraakt In puin van eerst hoog drijvende gedachten: Onzichtbaar centrum, rijst het en doorlicht 'T hoogwelvend Godsbesef. Wolkenloos ligt 'T nu vredig leven. Roze toppen wachten. Vorige Volgende