Brahman. Deel 1(1919)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 138] [p. 138] [Op zee en wolkbank ligt een zelfde tint] Op zee en wolkbank ligt een zelfde tint Van oud lood, dof beslagen, blauwig grauw; Daarboven kalkig wit, waarna het blauw Met langzaam vloeiende overgang begint. Geen horizon, geen streep van schuim, geen wind: Plots'ling loopen er banen, zonder vouw, Vol glans, als op de hals ligt van een pauw, Prachtig-glad lint naast evenwijdig lint. Ik kijk. 'T is alles effen. Op eenmaal, Blauwgrijze muur, staat de zee vertikaal (De wolkbank zet hem voort) niet ver van me af; En even diep onder de rand van kalk Als hoog boven de voet, ginds, spannen straf De telefoondraden hun notenbalk. Vorige Volgende