Brahman. Deel 1(1919)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 132] [p. 132] [Met 't vlossig deksel was de wind aan 't spelen] Met 't vlossig deksel was de wind aan 't spelen; En nu de weefsels losgeplozen zijn, Wijs ik je met mijn stok van zonneschijn Dwars door de ring van drijvende kasteelen, Hoe 't vasteland ligt als een open schrijn, Vol blauw gefonkel van gletscherjuweelen, Behoedzaam vastgelegd in groen-fluweelen Kussens met stralig zilverfiligrein. Ja, straks begrijp je, zelf in duisternis, Niet meer, wat onder en wat boven is, En twijfel je in wiss'lende kontemplatie, Of soms de Melkweg is een rodelbaan, En of je in sneeuw'ge nevelvlek ziet staan, Beneden, ver, een blauwe konstellatie. - Vorige Volgende