Brahman. Deel 1(1919)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 114] [p. 114] [Zooals een fijn schommelende balans] Zooals een fijn schommelende balans, Even zich richtend, evenwichtig staat, Als voorzichtig in spiegelende plaat 'T prisma te rusten legt zijn stalen glans - Hij staat, aandachtig. 'T juk, plotseling, slaat Door, links, rechts, in rechtvaardige kadans, Want de eene schaal ving op een muggedans, Of onder de and're woei een spinragdraad - Zoo schommelden de schalen van mijn ziel, Hetzij in de eene een licht vermoeden viel Van blijdschap, ijl insekt, dat scherend aait, Hetzij om de and're herfstlijk zwevend rag Van lang verdriet om korte zomer lag, Tot winterbrengend najaar stukgewaaid. Vorige Volgende