Brahman. Deel 1(1919)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 75] [p. 75] [Mijn vad'ren staken blakerende brand] Mijn vad'ren staken blakerende brand Rondom het gillen van jouw vad'ren aan. In wroeging schuldloos zie 'k hen krimpend staan, Gevlucht aan valsche ketting naar de rand Van 't vretend vuur; en 'k hoor de marteltand Door sissend vleesch en knappend mergbot gaan, En de ijz'ge hitte voel ik waaiend slaan Om blind gezicht en klauwgebaar van hand. En nooit heb ik je donker haar geaaid, Of 'k zag een rosse glans, weerschijn van 't lot, Dat om jouw vrome lijders heeft gelaaid. En 'k bloei van haat, door Onwill'ge gezaaid. O - kwam op aard' nog eens de Zoon van God, Ik werd om jou Judas de Iskariot. Vorige Volgende