Brahman. Deel 1(1919)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 74] [p. 74] [Als Christus' God, almacht'ge duivel, wàs] Als Christus' God, almacht'ge Duivel, wàs; Als, onderworpen vee, we woonden onder Zìjn hemel en vreesden Zìjn stem in donder; Zìjn wilkeur sterven deed dier en gewas En 't Kruis voor tolbetalend menschenras Op de afgrond van de dood lei, wrakke vlonder, En 't men schenleed door vuil kwakzalverswonder, Door bloed en pijn van Onschuld'ge, genas - Dan wilde ik, dat oermachtige Giganten Vulkaanmonden van dond'rende kanonnen Op schans uit Alpen en Himaal'ya plantten, En tot val in Zijn hel Hem overwonnen Met gouden kogels van vlammende zonnen En mitraille van sterrediamanten. Vorige Volgende