Brahman. Deel 1(1919)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 73] [p. 73] [God zou de ziel vergodlijken door smart?] God zou de ziel vergodlijken door smart? Die dàt zei, was een spotter of een gek: Wie wascht 't onreine blank met klev'rig pek, En bleekt met nacht 't diep ingezogen zwart? Neen, smart veredelt niemand: smart verhardt. Stinkende mestvlieg werd ik, die op drek Aas van het gore en vunzige, en bevlek Met vuile spot 't mooiste van 't menschenhart. Mijn oogen hunk ren naar de ellende heen, En gaan gulzig te gast op elk gezicht, Waar lach van leed wreed-ingevreten ligt, En 'k denk gretig: Hij ook, niet ik alleen! En door mij heen vlijmt brandend deze pijn: Een drekvlieg nu - ik kon een vlinder zijn. Vorige Volgende