Brahman. Deel 1(1919)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 72] [p. 72] [Ik ben de weg, de waarheid en het leven] Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven, Ik zelf ben de Profeten, ben de Wet; Ik heb geen Christus noodig, die mij redt; Mij hoeft geen God mijn zonden te vergeven: Vergeven wil ik Hem, die heeft geweven Van goed en kwaad 't verraderlijke net, En, Kruisspin, Zijn vergift ge scharen zet In de angst ge ziel, ondanks haar spart'lend beven. Eerst joeg Hij ze op met groot misbaar van donder, Zwav'lige bliksem en geplas van regen; En achter 't net Zijn goddelijke zegen, Aantreklijk door lokaas van bloedig wonder. Ik ben de Scarabee, de Gouden Kever, Aas niet op bloed, scheur 't web, veracht de Wever. Vorige Volgende