Brahman. Deel 1(1919)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 62] [p. 62] [Soms zomeravonds, als ik 't oude huis] Soms zomeravonds, als ik 't oude huis Vol schem'ring, zonder menschen, binnenkom - Ik luister en ik weet niet recht, waarom - 'K ga naar mijn kamer. - 'K hoor nog net een muis. - Uit groenig zwarte boomen waait geruisch Door 't open raam. - 'K beweeg mijn oogen: glom Daar iets? - Een plaat. - Wonderlijk stil rondom De meubels. - 'K hoor in de ooren 't bloedgesuis. - 'T lijkt ver en vreemd. - Ik denk niet: ‘Is hier iets?’ Ik weet wel beter: haast me opzett'lijk niets, Maak licht, ga zitten, neem een boek, en lees. En even kijk ik, even, weg van 't boek - Was dat de muis niet? - naar een donk're hoek. - Dat was de voortijd en zijn spokenvrees. Vorige Volgende