Brahman. Deel 1(1919)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 8] [p. 8] [Dof violet is 't west en paarsig grijs.] Dof violet is 't west en paarsig grijs. Nog wandel 'k door het zwaar berijpte gras, En hoor naast me op de vaart het fijn gekras Van schaatsen over 't hol rinkelend ijs: Ik heb 't gevoel, of 'k op 't bevroren glas Cirk'lend, zwevend, zwenkend op kunst'ge wijs, Met 't buigend bovenlichaam daal en rijs: 'T is in mijn rug, of 'k zelf op schaatsen was Zoo hoop 'k dat, langs wiens geest mijn verzen glijen, Alleen, in paren, of in lange rijen, Schomm'lend op maat en rijm van hollandsch staal, Dat hij de wind, die mij droeg zelf hoort waaien, En 't fijn slieren en 't heerlijk breede zwaaien Voelt van zijn eigen stemming in mijn taal. Vorige Volgende