Brahman. Deel 1(1919)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 4] [p. 4] ['k Maak in gedachten vaak een bedevaart] 'K maak in gedachten vaak een bedevaart: Dan sta 'k weer op de plek, die zomerdag, Waar ik door de eikenlaan je komen zag; Als reliquie heb ik dat beeld bewaard: Uit zonn'ge boomen dropte op zonnige aard' Overal neer de zonn'ge vinkenslag; 'K zag op jouw goed gezicht die blije lach, En 'k dacht op eens: Ben ik die liefde waard? En één ding weet ik: als jij dood mocht gaan, Zal 't zijn, als stond ik weer in de eikenlaan, Toen jij zou komen met jouw lief gezicht. Dan wordt die zomerdag, zoolang voorbij, Een vizioen van toekomst, waarin jij Mìj staat te wachten in onwereldsch licht. Vorige Volgende