Brahman. Deel 1(1919)–J.A. Dèr Mouw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 3] [p. 3] [Door kelken van onwezenlijk kristal] Door kelken van onwezenlijk kristal Schijnt de ondergrond van tragisch-paars fluweel. Onzichtbaar is de lamp; langs ied're steel Hangt, smal en stil, een zonn'ge waterval. Melkwegen welven; nevels, overal; En sterrebeelden flikk'ren, puntig geel: Boven 't diep-werklijk paars tilt, irreëel, Iedere kelk, een spieg'lend niets, 't heelal. Zoo zie ik, fijngeslepen, diafaan, Boven 't verdriet dat doorschijnt, zwevend staan 'T kristalwerk van mijn verzen, rein en koel: Tot wereldnevel van stemming vervloeid, Tot flikk'rende gedachte ineen gegloeid, Zie 'k overal eenzelfde Godsgevoel. Vorige Volgende