Alissa vandaan en voert een roffeldans uit op de rand van de stoep. Zij kijkt niet op, maar hij weet dat zij het gezien heeft en dat het een geheim is tussen hen beiden. Hij durft haar het stokje niet uit handen te nemen, hoewel hij niets liever zou willen, omdat het dan zou lijken alsof zij meer van hem hield.
- Als je driemaal gek gek gek roept, zegt hij, dan komen er twee mannetjes voor je neus en dat zijn God en Jezus. En die kun je een elektrische trein vragen.
Zonder op te zien van haar stokje vraagt Alissa: ‘En krijg je die dan!’
- Ja, die krijg je zo mooi, dat je er zelf in kunt zitten.
Hij zwijgt even. Dan gaat hij verder: ‘Onder het bidden heb ik de hele tijd godverdomme zitten zeggen tot het bidden uit was’.
- Kreeg je toen geen straf?’
- Ja, ik werd de kamer uitgejaagd en ik moest in de keuken zitten en ik kreeg een klap voor mijn kop.
- Waarom deed je het dan?
- Omdat ik geen elektrische trein heb gekregen.
Nu pas ziet Alissa op. Zij bekijkt hem met een damesachtige belangstelling. Zij is klaar met het touwtje. Zij bukt zich om haar tol tussen de straattegels te drukken, maar voordat zij slaat, vraagt zij: ‘Waarom heb je dan geen tol gevraagd?’
Hij denkt eerst even na. Dan antwoordt hij: ‘Een tol krijg je niet. Die koop je’.
Zij haalt haar schouders op en geeft de tol een flinke klap.