druk hebben om met mijn vrouw naar het bos te gaan of om met mijn dochters luchtkastelen te bouwen. Ik zou snakken naar het bed, dat het heerlijkst is wanneer je wakker bent geworden en waaruit ik eerst mijn vrouw en dochters voorgoed zou moeten verwijderen om ongestoord, niet geplaagd door geldzorgen, maar ongelukkig, te kunnen blijven liggen. Nu sta ik op om de kachel door te porren en thee te zetten, om de machine van ons samenleven op gang te brengen. Ik denk weemoedig aan de pot met wormen, waarin ons bed veranderd wordt zodra Alissa en Adrienne bij ons onder de dekens kruipen. In het bed is alles mogelijk. Je kunt er alles van maken: een vliegmachine, een restauratiewagen, een café, een ouderwets rijtuig met een wit of een zwart paard ervoor, een doos met een deksel, de tent van een eskimo, een schip en een ijsschots. Je kunt er alles doen: jagen, bergbeklimmen, zwemmen en duiken, schooltje spelen, liefhebben, baren, dieren temmen, naar goud zoeken en meten wie het grootst is. Het bed is een onweerstaanbare verleiding tot animaliteit. De bakker zou zijn brood niet aan de voordeur, maar in de slaapkamer moeten afleveren. Onderworpen aan ons gezin door de noodzaak om voor vrouw en kinderen te werken, putten wij zoveel vreugde uit het gezinsleven dat het werk er ons door wordt vergald. Het is een kringloop waaruit wij pas op onze oude dag bevrijd worden. De kinderen hebben dan ons huis verlaten en het werk is ons uit de hand genomen. Het moet gek zijn om gepensioneerd in bed te liggen.
Wij moeten leren hoe langer hoe minder te werken en hoe langer hoe meer van vrouw en kinderen te genieten. De verwerkelijking van een dergelijk ideaal is belangrijker dan de overwinning van de klassenstrijd en de komst van een gereglementeerde heilstaat, waarop goedbetaalde politici zich blind staren. Wij zouden kunnen beginnen door op ons leven te bezuinigen. Onze huizen staan vol met duurbetaalde gebruiksvoorwerpen die wij zelden nodig hebben, met afschuwelijke meubelen waarop woekerwinsten worden behaald, met machines die onze tijd doden. Wie zijn ogen de kost geeft, hoeft geen fototoestel te kopen. Wie een zingende dochter bezit, kan het zonder een radioapparaat stellen. Humor kan men aankweken, zodat men niet naar een cabaret behoeft te gaan. De bijbel kan men thuis lezen. Een handvol knikkers is voldoende voor een gezelschapsspel. De wereldliteratuur bestaat uit twintig delen die men voor een krats bij de antiquair kan kopen. Met een beetje smaak vindt een vrouw het grootste deel van haar kleren overbodig. Met wat meer vertrouwen in