zij, misschien niet zonder geveinsdheid, wordt gekweld. Het is voldoende, dat zij ons deze zonden bekent. Wij nemen er kennis van, geven haar een kus, zodat zij rustig kan gaan slapen.
Adrienne, die in sommige opzichten onhandelbaarder is dan Alissa, minder gedwee, altijd een beetje afwezig en vluchtig, heeft een zuiverder geweten, misschien alleen omdat zij vier jaar jonger is. Na lang nadenken bekende zij, meegesleept door Alissa's biechtwoede,twee leugens, de schamele oogst van een zondig kinderleven, waarmee wij heel gelukkig waren. Ik was verbaasd en ontroerd over een zo grote onschuld en dacht beschaamd aan mijn eigen zondenregister. Wat had ik moeten zeggen, wanneer mijn dochters mij hadden gevraagd nu op mijn beurt schoon schip te maken? Ik denk dat ik zou hebben gebloosd.
Het kan zijn dat wij onze kinderen te veel vrijheid geven en te ongedwongen met ze omgaan, onbelast door zedelijke vooroordelen, waaraan andere ouders het recht ontlenen hun kinderen met geweld dingen te laten doen en hun andere te verbieden. Lastig is een dergelijke vrijheid misschien slechts in de eerste levensjaren, wanneer het kind nog onmondig en redeloos is en er weinig valt te praten. Op den duur worden de kinderen er evenwel rustiger door, zodat zij niet de behoefte hebben het ouderlijk huis alleen voor de maaltijden en de nachtrust op te zoeken. Alissa en Adrienne kunnen dagenlang in hun kamer spelen, alleen of met hun vriendinnetjes. Zij vloeken in ons gezelschap enzeggen dingen die voor schunnig doorgaan. Maar ik ben er van overtuigd dat zij thuis niet harder vloeken en niet meer schunnige dingen zeggen dan andere kinderen het op straat doen. Ik zou een heel andere jeugd hebben gehad, wanneer ik thuis had mogen vloeken. Door deze vrijheid komen wij meer dingen te weten dan andere ouders. Alissa laat mij de briefjes lezen, die jongens haar nu en dan in de hand stoppen, gruwelijke briefjes waarover de ouders van die jongens verbaasd en bedroefd zouden zijn, omdat zij een strenge scheidingslijn hebben gemaakt tussen de straat en het huis. Alissa vraagt mij wat een hoer is en een pooier. Ik vertel het haar en zij lacht erom, omdat zij niet kan begrijpen dat een vrouw voor geld met mannen naar bed gaat. Zij begrijpt nog niets van de geslachtsdrift en het zou zinneloos zijn het haar uit te leggen. Maar het is even zinneloos haar een duidelijk antwoord schuldig te blijven op een duidelijke vraag. Het is beter kinderen de waarheid te vertellen, ook al begrijpen zij die niet, dan een verdichtsel waarvan zij later de onwaarschijnlijkheid inzien. Kinderen