schoonheid veroudert. Het spel neemt geen einde zolang wij leven. De ouderdom voegt er moeheid aan toe en de treurigheid van onbeheerste traanklieren.
Wereldhervormingen zouden bij de naaktheid van het kind moeten beginnen. Ik ken niets dat mij zo amuseert. Ik kan er uren naar kijken, maar dat is, helaas, niet altijd mogelijk. Ik moet er tenslotte ook over schrijven om het geld te verdienen waarmee ik mijn dochters kleden kan. Vroeger toen ik nog niet over de naaktheid van eigen kroost beschikte, ging ik naar het strand om weer eens wat onverhulde naaktheid in ogenschouw te nemen. In de uitvoering van dat voornemen werd ik dikwijls tegengewerkt door de grilligheid van ons klimaat. Maar het werd mij toch ook gegeven nu en dan een middag door te brengen in de nabijheid van een moeder met twee of drie kinderen, die naakt of bijna naakt in het zand speelden. Ik word dubbel en eens zo gauw verliefd wanneer ik een vrouw met haar kinderen zie. Het is alsof ik een lange arm in de tijd uitstrek. Ik heb weinig heimwee naar het verleden. Daarom vind ik het onredelijk dat wij hoe langer hoe ouder worden. Het zou juist andersom moeten zijn. Wij zouden in het sterfhuis geboren moeten worden, terwijl de rouwdragers zich achterwaarts verwijderen. Op die manier zouden wij steeds kleiner worden, totdat wij onze ouders uit de hand glippen als een verlangen.
Kinderen laten ons een onvergelijkelijke naaktheid zien, die ons vertedert en beschaamt. Hun gladheid herinnert aan de geboorte, dat merkwaardige ten tonele verschijnen in een moederlijke nabootsing van een wolkbreuk. Hun rimpels zijn de rimpels der jeugd, een toespeling op latere gevuldheid. Wij weten met ons volwassen vet geen raad. Wij zien het soms als dat van een ander en onszelf als een oude bedelaar aan wie wij onze afgedragen kleren gegeven hebben. Wij voelen ons in onze naaktheid op bezoek. Wij hebben er een douche of een badkuip voor nodig: een net of een dwangbuis van water. En 's zomers een zee die ons als een oneetbare vis door de branding rolt.
Kinderen zijn thuis in hun naaktheid, zolang zij nog niet te druk en intiem met de kinderen van de buren hebben gepraat. Zij gaan op hun tenen voor de spiegel staan en krijgen niet genoeg van hun netto aanblik. In hun roekeloosheid zouden zij reuzen willen zijn. Zij wijzen hun lichaamsdelen aan en stamelen de optelsom van hun piepjonge volmaaktheid. Zij raken hun vel aan op verschillende plaatsen, omdat de huid van een kinderdij iets heel anders is dan die van een belachelijke kinderbuik. Door hun kleren van zich af te gooien vergro-