Jammer dat kinderen groter worden
Het is jammer dat kinderen groter worden. De hulpeloosheid, waarvoor de volwassene naar de psychiater gaat, is bij twee- en driejarigen een hartverheffend schouwspel. Terwijl vrouwentranen ons volslagen machteloos maken, worden wij door kinderleed, wanneer het niet te luid klinkt, geamuseerd. Het is bovendien voor een dubbeltje af te kopen en geeft de ouders weer even het gevoel de geweldenaars te zijn, die zij zich in hun verlovingstijd waanden.
Ik geloof dat de voortplanting veel van haar aantrekkelijkheid zou verliezen, indien wij onze kinderen volwassen ter wereld brachten. Ouderliefde is voor een belangrijk deel tot doodgewone voorkeur voor kleinere afmetingen te herleiden. Welke ouders willen niet een toverdrank bezitten waardoor hun kinderen altijd klein zouden blijven (en zij zelf nimmer oud zouden worden)? Kinderen van zes of zeven jaar hebben voor mijn gevoel al iets grootvader- of grootmoederachtigs. Zij zijn aan de ouderdom van hun jeugd bezig, met een grote wantrouwige wijsheid en een geheugen vol herinneringen, die later vergeten worden en met veel moeite worden opgedolven voor het schrijven van een autobiografie. Ja, zevenjarigen zijn te beklagen, maar gelukkig niet erg lang!
Diezelfde voorliefde voor kleine afmetingen treffen wij in de ouderlijke verzotheid op de kindertaal aan. De kindertaal wandelt niet, zij kruipt en strompelt en dikwijls valt zij op haar neus. Alissa heeft ons veel verdriet gedaan door de onberispelijke wijze waarop zij, nog vóór haar tweede verjaardag, binnen vijf maanden de moedertaal onder de knie had, volledig met bij-en voegwoorden en met zulke ongebruikelijke, voor haar en ons plezier bedachte koppelingen als landbouwers-winterkorenzaaizorgen. Ik wil niet ontkennen dat wij trots waren op haar jeugdige welbespraaktheid en dat wij de familie afreisden met een programma van kinderlijke taalacrobatiek. Maar wij waren ook teleurgesteld. Een baby die sprak als een mens! Een kindertaal die op hoge lenige benen liep!
Adrienne heeft ons deze verbale volmaaktheid ruimschoots vergoed. Zij begon pas heel laat te praten, zoals zij ook pas heel laat leerde lopen, wat dikwijls samengaat, heb ik gezien. Aan haar konden wij duidelijk bemerken dat de liefde tot onze moedertaal ons allerminst wordt aangeboren. Wij hadden haar even goed Perzisch of IJslands kunnen leren. Zij zou, op dezelfde manier als met het Hollands, de