De dichtkunst

[p. 139]

Lyk- en grafdichten op de doot van Joffrouwe Anna Morian, Op het verzoek en goetvinden der Vrienden uitgegeven, en eenige andere van A. Moonen.

[p. 141]

Grafdigt op Mejuffrouwen Elizabeth en Anna Morians,
Saliglyk ontslapen tot Amsterdam den 1. en 7. Junius 1696. O.S. en te Zwolle ter aarden bestelt den 6. en 12. dito.

ELlisabeth en Anna, vast verbonden
Aan een geloov' en hoop, zyn haast verslonden;

Om zalig op te staan. Barmhertigheid

En kennis van Gods woort, in 't graf geleid,

Zeer helder blinken by nakomelingen;
Terwyl zy Christus lof in vreugde zingen,

En noodigen het Morians geslagt;

Om, nemend' op haar gang en lessen agt,

Hoe langs hoe meer klein t' agten 't aards gewemel
Voor zoete smaak van God en zynen Hemel;

Denkt, Vrienden, dan, zy zyn u voorgegaan:

Elisabeth, met liefd' en zorg belaân,

Rust zagt in God door yver vier verbeten;
En Annas geest, doorsoekster der Propheeten,

Sweeft nu op Sions allerhoogste top,

En zegt voor God haar heil'ge vaarzen op.

Ten respecte van haar en de vrienden.

LUCIS AMANS IN PETRA NIDIFICAT.