De dichtkunst(1698)–Anna Morian– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Geruste spoed naar de eeuwigheid, aan myn zuster. Zoo reize ik wakker voort, en stap met wisse schreden Naar 't hemels huis, en vind daer rust in eeuwigheid, Gods huis vol woningen, daar Jesus plaats bereid Heeft door zyn dood, op dat we derwaart tot hem treden. We zien 't maar van ter zy, zoo lang wy, hier beneden Gesloten in dees hutte omzwerven, daarmen schreid; En zugt na 't schoon gebouw by God, daar hy ons leid, Als naar zyn raad en wil de stryd is doorgestreden. O zalige eeuwigheid! daar God ons toe bewaard In Christus kragt, ik vlugt ten hemel van deze aard, Dat dog geen struikelblok of last myn loop belette: Beklaag my noit als weg, zoo ik voorhenen gâ, O Zuster! spoe maar voort, en zie my vrolyk na, Tot God u 's levens kroon ook uit genade opzette. Vorige Volgende