Het XXVIII. Kapittel.
GElyk wy in het voorgaende aengeweezen hebben, hoe de Klinkletters
en Tweeklanken, of zommige van hun, in de Ongelykvloeiende Tytvoeginge
verandert worden, zoo zullen wy nu eene reeks Onregelmaatige Bedryvende en
Onzydige Werkwoorden hier laeten volgen, die, eerst naer den rang der letteren
zoo in de Gebiedende, als in de Eindigende Wyze voorkoomende, naderhant in den
Tegenwoordigen en Verleedenen Tyt der Aentoonende Wyze gestelt worden, te gelyk
met de Lydende Deelwoorden des Verleedenen Tyts, en met de letteren T, V, D,
als hunne merken, getekent.