Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsche spraekkunst (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsche spraekkunst
Afbeelding van Nederduitsche spraekkunstToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsche spraekkunst

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.24 MB)

XML (0.68 MB)

tekstbestand






Editeur

F.A.M. Schaars



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsche spraekkunst

(1988)–Arnold Moonen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het XX. Kapittel.

ALle deeze Naemwoorden, die tot noch toe in alle hunne toevallen, als Enkel, aengemerkt zyn, worden in onze taele tot haer grootste en kunstigste sieraat en tot betooning van haar krachtigste vermoogen, veelszins Dubbel gemaekt of Samengezet door de Koppeling.

De Koppeling der Naemwoorden geschiedt, wanneer twee, drie, of meer Woorden samengevoegt en als broederlyk vereenigt, door deeze verdubbeling eene gansch nieuwe betekenis in dit Samengezette woort ontfangen.

In de Koppelinge worden samengevoegt, om een Naemwoort te maeken, I. Twee Zelfstandige Naemwoorden; als in Gasthuis, Vischmarkt, Wynkan, Waterkruik, Bierglas.

II. Drie Zelfstandige Naemwoorden; als in, Zeevischmarkt, Haegappelboom, Wyngaertman, Veltmaerschalk.

III. Vier Zelfstandige Naemwoorden; als in, Erflantmaerschalk, Erfrykskamerheer, Erfstedehouderampt.

[pagina 122]
[p. 122]

IV. Een Zelfstandigh met een Byvoeglyk Naemwoort; als in, Kunstryk, Sneeuwit, Zeegroen, Reisvaerdigh, Eerwaerdigh, Roemruchtigh; in welke Woorden het Byvoeglyke Naemwoort achter gestelt wordt, dat in de volgende voorgaet; als in, Hoogmoet, gulzigaert, wysneus, grootvorst, langtong, krombeen.

V. Twee Byvoeglyke Naemwoorden; als in, Grootmaghtigh, kleenhartigh, boosaerdigh, zwaerlyvigh, hoogmoedigh, dunhaerigh.

VI. Een of meer Zelfstandige met een of meer Byvoeglyke Naemwoorden; als in, Halsstrafwaerdigh, Turfveenryk, Aertsboosaerdigh.

VII. Een Voornaemwoort met een Zelfstandigh of Byvoeglyk Naemwoort; als in, Zelfmoort, zelfqueller, zelfstryt, zelfwilligh.

VIII. Een Werkwoort met een Zelfstandigh Naemwoort; als in, Werkwoort, zegsman, spreekwyze, draegbant, strykyzer, braspenning, teergelt, vaertuig, waschvrou.

IX. Een Zelfstandigh Naemwoort met een Werknaemwoort; als in, Noothelper, Raetgeever, Turfdraeger, Vischkooper.

X. Een Byvoeglyk Naemwoort met een Werknaemwoort; als in, Grootspreeker, quaetdoener, reinmaeker, schoonmaekster.

XI. Een Byvoeglyk Naemwoort met een Deelwoort; als in, Zoetvloeiend, grootmoogend, hooghgeleert, wytberoemt.

XII. Een Bywoort met een Zelfstandigh of Byvoeglyk Naemwoort; als in, Welvaert, welkomst, hedensdaegsch, hierlantsch.

XIII. Een Scheidbaer Voorwoort met een Zelf-

[pagina 123]
[p. 123]

standigh Naemwoort; als in, Bynaem, aenschyn, opkamer, intrede, voorhuis, narede, metgezel, doorvaert, uithoek, omwegh, onderkleet, tuschenwydte, bovenzael, tegenspoet, buitenhof, binnenkeuken, overspel, achterdeur.

Waer by men afgodt en toekruit en wederwil in diergelyke voegen kan, als van af en toe en weder oirsprongkelyk, die als Voorzetsels wel in Gekoppelde Naem- en Werkwoorden voorkoomen, maer by de Nederduitschen geenen Naemval, gelyk de andere, beheerschen.

XIV. Een Scheidbaer Voorwoort met een Byvoeglyk Naemwoort of Deelwoort; als in, Byziende, aenstootelyk, oprecht, ingelandt, voorvluchtigh, nalaetigh, medegaende, doorluchtigh, uitmuntend, omzichtigh, onderhaevigh, tusschentydigh, bovenmatigh, tegenstrydigh, buitenlantsch, binnendyksch, overgroot, achterdenkende; hoewel zommige deezer Naemwoorden niet voeglyk gescheiden konnen worden, en tot de Afgeleide schynen te behooren.

XV. Een Onscheidbaer Voorwoort met een Naemwoort; als in, Bestant, Ervaren, Ondank, Vergangbaer, Wantrou, Antwoort.

XVI. Etlyke Voorwoorden en Aenhangsels, een of meer, door elkander met een Naemwoort of Werkwoort; als in, Onwilligheit, ongenaekbaer, onverantwoordelyk, onwederroeplykheit.

Zommige van deeze Koppelwoorden, uit twee Zelfstandige Naemwoorden samengezet, ontfangen achter hun eerste lit veelszins eene S, als of zy van den Teeler of den tweeden Naemval zyn afgeleidt; als blykt in Lantsman, lantsknecht, lantsheer, lantsvrou, lantsoverheit, gerechtsdiener, gerechtshof, ryksdagh, ryksvorst, hongersnoot, dootsnoot, lyfsgevaer, krygsman,

[pagina 124]
[p. 124]

kalfsvel, schaepshooft, scheepslaeding, lamsbout, verkensworst, ezelsvleesch, arbeitslieden, raetsheeren, raetsvrienden, raetsverwanten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken