derlant ook de I gebruikt; als
blykt in het schryven van Hair, air, heir, voir, doir, oir, oirsprong,
huir, &c. waer van heir, oir, en oirsprong noch gebruikt
worden.
Dat wy alleen aentekenen, om te toonen, dat zy de verlengde Klinkers
in het leste niet zoo hart en met zoo open eenen mont uitgesprooken hebben, als
geschieden moet, wanneer zy, door zich zelfs verdubbelt, tot Lange Klinkers
gemaekt worden; gelyk men nu doorgaens en zonder onderscheit van allen
voorgeeft.
De Y, de leste en zeste Klinkletter, alleen lang, als wy voorhene
gezegt hebben, en uit den langen klank der woorden Vry, myn, pyn, tyt,
waer in zy gevonden wordt, blykt, kan niet verlengt worden.
Hedensdaegs verlengt men de Klinkers A, E, O, U, gemeenlyk door haer te
verdubbelen; als in de volgende woorden te zien is: Aal, daat, Been, beest,
Boom, doof, Uur, huur.
Hier worden de Klinkers A, E, O, U, verdubbelt, om hun geluit door
deeze verdubbeling in de lettergreep te verlengen; en al verandert in
aal, dan in daat; ben in been, best in beest, bom
in boom, dof in doof, Ur in uur, Hur in huur.
Ook zyn'er geweest, die de I verdubbelt hebben in de woorden
bier, dier, fier, gier, hier, niet, vrient,&c. schryvende daer voor
biir, diir, fiir, giir, hiir, niit, vriint, &c.
Hoewel dit (gelyk ook het schryven der I zonder E achter zich in
dri, di, ille, ider, imant, nimant, op de wyze der A in kamer, mager,
navel, der E in ezel, edel, gevel, en der O in bode, boter,
boven)