| |
| |
| |
twaalfde nummer Gedateerd: December 1935 (Verschenen tussen 15 en 22 december 1935 - BW III, 354)
IV 12, 1133 Vlaanderen
IV 12, 1134-1143 Nog het verzaken
R. Herreman
Vervolg van IV 10, 934-938.
| |
IV 12, 1144 Vervoering [g]
Armand Simoens [moet zijn: Amand Simoens]
IV 12, 1145 Irrequietum [g]
N.A. Drojine
opdracht
Aan F. Toussaint van Boelaere (Fernand Victor Toussaint van Boelaere, 1875-1947, Vlaams novellist en correspondent van Algemeen Handelsblad)
Opgenomen in A.G. Christiaens, Irrequietum, De Bladen voor de Poëzie, oktober 1937, [Mechelen].
| |
IV 12, 1146 De eerste bloei [g]
R. Herreman
IV 12, 1147 Liefde tot de duisternis [g]
R. Herreman
IV 12, 1148 Wie zijn dag niet bemint zal ten onder gaan [g]
R. Herreman
IV 12, 1149 De simpele nachtegaal [g]
J. Verbruggen
Opgenomen in Frans Buyle, De steen der wijzen, De Sikkel, Antwerpen, 1937.
| |
| |
| |
IV 12, 1150 Zeg mij nog niet vaarwel [g]
Pieter G. Buckinx
Opgenomen in Pieter G. Buckinx, De dans der kristallen, Eenhoorn, Mechelen, 1936; en in Pieter G. Buckinx, Brandhout voor de kou, Colibrant, Dongen, [1963].
| |
IV 12, 1151 Voorbij de grenzen [g]
Pieter G. Buckinx
Opgenomen in Pieter G. Buckinx, De dans der kristallen, Eenhoorn, Mechelen, 1936.
| |
bespreking
René Verbeeck in Dietsche Warande en Belfort, mei 1936, blz. 385.
| |
IV 12, 1152 Cap ferrat [g]
Pieter G. Buckinx
Opgenomen in Pieter G. Buckinx, De dans der kristallen, Eenhoorn, Mechelen, 1936; en in Pieter G. Buckinx, Brandhout voor de kou, Colibrant, Dongen, [1963].
| |
besprekingen
René Verbeeck in Dietsche Warande en Belfort, mei 1936, blz. 384.
André Demedts in De Standaard (België), 2 februari 1937.
| |
IV 12, 1153 Voor-herfst [g]
Jan Vercammen
Opgenomen in Jan Vercammen, Het tweede land, Steenlandt, Kortrijk, [1936], onder de titel Herfsten II.
| |
IV 12, 1154-1170 Het leven drijft ... [slot]
André Demedts
IV 12, 1171-1172 De keerzijde. Gekleurde woorden
Van Uytvanck
Over een Duitse vertaling van Rembrandt van Hendrik Willem van Loon, waarin ‘de Duitsche vertaler van dezen amerikaanschen Rembrandt’ Jacob Jordaens de voornaam Jake had laten houden. ‘In hetzelfde boek komt er een Obersherif van Amsterdam voor, die zijn stad door zijn titel tot een mij onbekend oord maakt. Ik verlies de weg in deze veramerikaniseerde gouden eeuw. Het van ouds bekende verkrijgt een onloochenbare luister, waardoor een schout tot sherif werd.’
| |
| |
| |
IV 12, 1173 Nederland
IV 12, 1174-1178 A farewell to arms
Menno ter Braak
De titel is ontleend aan de gelijknamige roman van Ernest Hemingway uit 1929. Ter Braak aan Du Perron, 3 december 1935 (BW III, 338): ‘Ik zelf schreef nog een afscheidswoord, A farewell to arms, een laatste klap aan Ritter, die ik uitdeelen moest. Ik hoop, dat hij zit.’
‘Ongetwijfeld heeft Forum eenige deining veroorzaakt en eenige uitwassen van het cultureele leven in Nederland door zijn publicaties ernstig benadeeld; maar zoomin als De Nieuwe Gids bij machte is gebleken om essentieel iets te wijzigen in het gewichtig bestel der vaderlandsche letteren, culmineerend in de onvergankelijke en onvergankelijk-ridicule Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, zoomin is Forum er in geslaagd de gepostuleerde persoonlijkheidsmaatstaf ingang te doen vinden en het specialistisch jargon van diverse litteraire en ethische kategorieën uit te roeien. [...] Multatuli veroverde hier als positief resultaat een Dageraadsvrijzinnigheid, Tachtig een algemeene verteedering voor de schoonheid, Forum wellicht eenig “gezond verstand”. Maar wat wij (gelukkig) in 1932 verzuimden te beseffen is dit: dat de waarden waarop de Nederlandsche letterkunde drijft, slechts voor een zeer gering gedeelte afhankelijk zijn van persoonlijke “waarheidsdrift” en integere critiek, dat het geheele waardenstelsel dier letterkunde gefundeerd is op den geestelijken middenstand, wiens bestaan zich in alle situaties verzet, verzet heeft en zal verzetten tegen het risico van het doordenken, dat gelijkgesteld wordt met cynisme; op onvergelijkelijke, bijna bewonderenswaardige wijze vinden wij dit waardenstelsel van den middenstand geëxploiteerd door den litterairen radio-dictator dr. P.H. Ritter Jr., die met veel meer realiteitszin dan wij in 1932 bezaten die exploitatie zonder aanwijsbaar schaamtegevoel heeft ondernomen. [...] mag men den middenstand zulk een geschoolden en geraffineerden weldoener trachten te ontnemen! En voorts: is de litteratuur die men te beoordeelen krijgt, niet in de eerste plaats te beoordeelen naar
de behoeften, waarvoor zij door de producenten in het bedrijf geschapen wordt, en pas in de laatste plaats naar haar waarde volgens maatstaven, die den geestelijken middenstand even vreemd zijn als het wezen van een Nietzsche of een Dostojewski? Moet men niet trachten het zwaartepunt van zijn waardenleer te verplaatsen van het litteraire naar het sociologische?’
Het begrip ‘kunst en letteren’ bestaat in ieder geval niet meer voor Ter Braak ‘zoolang het niet nader is bepaald door de duidelijke omschrijving voor wie; kunst en letteren voor wie? objectiviteit en subjectiviteit voor wie? menschelijke waardigheid voor wie?’
De opvattingen van Menno ter Braak en P.H. Ritter Jr. over objectieve en subjectieve kritiek zijn te vinden in een discussie in het Utrechtsch Dagblad van 1 en 15 september 1934 en Het Vaderland van 6 en 18 september 1934,
| |
| |
ten dele opgenomen in VWtB IV, 294-303.
De behoefte van Ter Braak om Ritter nog ‘een laatste klap’ uit te delen, was waarschijnlijk gewekt in een polemiek die hij met Ritter voerde in het Utrechtsch Dagblad van 2 en 9 november 1935, Het Vaderland van 5 november en over de AVRO op 25 november 1935 (zie ingezonden stuk van Een luisteraar in Het Vaderland van 26 november 1935); Ritter bestreed de beschuldiging van Ter Braak dat Ina Boudier-Bakker in haar roman Vrouw Jacob plagiaat gepleegd had (zie voor de recensie van Ter Braak waarin hij dat plagiaat bewees VWtB V, 609-624).
Onder het stuk staat een advertentie uit het Nieuwsblad voor den Boekhandel van 10 december 1935, waarover Ter Braak aan Du Perron schreef op 22 december 1935 (BW III, 354-355): ‘Ik liet een reproductie maken ter illustratie van mijn afscheidartikel van een advertentie van De Stem met als onderschrift: Advertentie uit het Nieuwsblad van den Boekhandel. Een of andere stommeling liet dat onderschrift n.b. in de revisie vervallen! Zoodat er nu een (schijnbaar) echte advertentie van v. Loghum Slaterus onder mijn stuk staat! [...] Wij zullen nu een erratum moeten zenden aan onze abonné's, dat het mopje helaas nog opblaast tot een “zaak”. Voorts hebben v. Holkema en Warendorf een streek uitgehaald door te adverteeren, dat Forum met Gr. Ned. “is vereenigd”, en dat alleen, omdat zij de abonné's-lijst van Zijlstra hadden overgenomen om proefnummers te kunnen zenden!’
Het erratum is rondgestuurd (BW III, 358), maar Groot Nederland had op het omslag van het januarinummer staan ‘vereenigd met Forum’. (Hierover brief van Van Holkema & Warendorf aan J. Greshoff, 29 januari 1936, met kanttekeningen van Greshoff en Ter Braak, in collectie-Greshoff in LM). De advertentie van Groot Nederland verscheen in het Nieuwsblad voor den Boekhandel van 13 december 1935.
Opgenomen in VWtB IV, 349-353.
| |
IV 12, 1179-1181 Zwaan [g]
S. Vestdijk
Opgenomen in S. Vestdijk, Kind van stad en land, Nijgh en Van Ditmar, Rotterdam, 1936.
| |
IV 12, 1182 Noord-Tirol [g]
S. Vestdijk
Opgenomen in S. Vestdijk, Kind van stad en land, Nijgh en Van Ditmar, Rotterdam, 1936.
| |
IV 12, 1183 Innsbrück [g]
S. Vestdijk
Opgenomen in S. Vestdijk, Kind van stad en land, Nijgh en Van Ditmar, Rotterdam, 1936.
| |
| |
| |
IV 12, 1184 Familieportret uit de 80-er jaren [g]
S. Vestdijk
Opgenomen in S. Vestdijk, Kind van stad en land, Nijgh en Van Ditmar, Rotterdam, 1936.
| |
IV 12, 1185 Zondeval [g]
G. van Gelder
bio- en bibliografische gegevens
Gerard van Gelder werd geboren op 6 december 1912 in Middelharnis. Hij bezocht in IJmuiden dezelfde ulo als Adriaan Morriën met wie hij bevriend raakte. Hij is ambtenaar bij de gemeente Bloemendaal.
Hij debuteerde met dit gedicht en werkte later ook mee aan De Werkplaats (1937) en Werk (1939).
Brief in LM.
| |
IV 12, 1186-1203 Hemelsche en aardsche poëzie [slot]
S. Vestdijk
IV 12, 1204 Bui in het kanaal [g]
P. Verhoog
IV 12, 1205-1206 Bar in Havana [g]
P. Verhoog
IV 12, 1207 De versmade dichter [g]
M. Mok
IV 12, 1208-1218 Blocnote klein formaat
E. du Perron
Zie voor het eerste stukje ook IV 5, 510-513.
Grotendeels opgenomen in VWdP V.
| |
IV 12, 1219 Exit [g]
J.B. Besançon
bio- en bibliografische gegevens
Jacques Bernard Besançon werd geboren op 1 mei 1873 in Amsterdam en overleed op 12 december 1943 in Den Haag. Hij studeerde Frans en promoveerde
| |
| |
Adriaan Morriën
in 1928 aan de universiteit van Amsterdam. Hij was leraar Frans en schreef verscheidene schoolboeken.
In 1929 begon hij gedichten te schrijven en debuteerde in 1931 in het tijdschrift Nederland. Ten tijde van Forum publiceerde hij ook in De Gids (1932-1933), Groot Nederland (1933), Nederland (1934, 1935) en Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift (1934, 1935).
Brieven in LM.
Opgenomen in Jacq. B. Besançon, Late verzen, Mees, Santpoort, 1941.
| |
IV 12, 1220 Geestelijke [g]
Adriaan Morriën
bio- en bibliografische gegevens
Adriaan Morriën werd geboren op 5 juni 1912 in Velsen.
Hij debuteerde tegelijk in Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift en in Forum.
Brieven, documenten en knipsels in LM.
| |
IV 12, 1221 Caprice [g]
Man Arnet
IV 12, 1222-1248 Else Böhler, duitsch dienstmeisje [slot]
S. Vestdijk
|
|