| |
| |
| |
negende nummer Gedateerd: September 1934
III 9, 785 Nederland
III 9, 786-800 Een kluizenaar begint zijn memoires te schrijven
J. Greshoff
Fragment uit een ongepubliceerde roman, Tien Mei 1903; andere fragmenten zijn verschenen in Groot Nederland, 1934.
Willem Elsschot aan J. Greshoff, 13 september 1934 (collectie-De Ridder LM): ‘Het deed mij oprecht genoegen proza van jou in Forum aan te treffen. [...] Het gepubliceerde is niet voldoende om een oordeel te “vellen” (dat woord roept mij de valbijl voor den geest) over 't geheel, maar ik kan je alvast zeggen dat het mij zeer geboeid heeft, vooral omdat ik er voortdurend je verzen in terugvind, wat ik als een kwaliteit beschouw. Het is voor mij een bewijs dat je verzen gemeend zijn en je ware gevoelens vertolken, want zonder dat je er zelf zooveel acht op geslagen hebt komen diezelfde gevoelens en overwegingen weer in je op en uiten zich in een andere vorm. Een gewoone “kritiek” over 't reeds verschenen gedeelte zal ik je besparen. Die worden je spoedig genoeg bij tientallen voorgeschoteld en zullen niet altijd gunstig zijn, want de wereld is slecht. Ze hebben je nu eenmaal als dichter moeten slikken en aan je verzen de plaats moeten inruimen die ze toekomt, dus verwacht ik dat ze zooveel mogelijk wraak zullen nemen op den prozaist. Hij kan verzen schrijven, dat ontken ik niet mijnheer (want ik durf niet), maar laat die vent nu vooral niet denken enz....’
Volgt een lijst van parallellen tussen gedichten van Greshoff en dit fragment.
| |
III 9, 801 Jonge Romeinsche negerslavin [g]
S. Vestdijk
Opgenomen in S. Vestdijk, Vrouwendienst, Nijgh en Van Ditmar, Rotterdam, 1934.
| |
III 9, 802-820 Bij een gedicht van E.A. Robinson
S. Vestdijk
opdracht
Voor E. du Perron
Zie voor de tijd van ontstaan de notitie bij II 8, 619-622.
| |
| |
Theoretische beschouwingen over het herkennen van een kunstwerk, geïllustreerd met de ervaringen van Vestdijk met het gedicht Luke Havergal van Edward Arlington Robinson (1869-1935).
Opgenomen in S. Vestdijk, Lier en lancet, Nijgh en Van Ditmar, Rotterdam, 1939.
| |
bespreking
E. du Perron in Groot Nederland, december 1935, blz. 563 (VWdP VI, 15-27).
| |
III 9, 821 Idylle [g]
C.L. Sciarone
bio- en bibliografische gegevens
Christiaan Louis Sciarone werd geboren op 30 juni 1907 in Nijmegen en overleed op 31 december 1956 in Amsterdam. Hij studeerde Nederlands en rechten, werkte daarna bij het lager onderwijs in Nijmegen en later bij het lager en middelbaar onderwijs in Den Haag. Hij werkte mee aan verscheidene literaire tijdschriften, onder andere ook Werk (1939).
Bibliografie in LM; brieven in collectie-Forum LM
| |
III 9, 822-838 Het leven op aarde [9]
J. Slauerhoff
III 9, 839 Mijn schedel [g]
Reinold Kuipers
bio- en bibliografische gegevens
Reinold Kuipers werd geboren op 26 augustus 1914 in Groningen. Na een hbs-opleiding beoefende hij de typografie, de reclame en de uitgeverij. Hij is van 1946 tot 1960 hoofd van de uitgeverij bij de Arbeiderspers geweest. Sinds 1960 is hij directeur van Em. Querido's Uitgeverij NV. Sinds 1954 is hij ‘als de vrije tijd vrij genoeg is’ ook zondagsdrukker.
Hij debuteerde met dit gedicht. Ten tijde van Forum schreef hij ook in Helikon (1934) en Het Venster (1935).
Bibliografie in Documentatiedienst LM/AMVC.
Opgenomen in Reinold Kuipers, Koud vuur, Balkema, Amsterdam, 1939; en in Reinold Kuipers, Rendez-vous met een Remington, Kroonder, Bussum, 1948.
| |
III 9, 840 Stad bij avond [g]
Reinold Kuipers
Opgenomen in Reinold Kuipers, Koud vuur, Balkema, Amsterdam, 1939; en in Reinold Kuipers, Rendez-vous met een Remington, Kroonder, Bussum, 1948.
| |
| |
| |
III 9, 841-842 Panopticum. In de gribbele-grabbele
M[enno]. t[er]. B[raak].
Kritiek op een artikel in de Popolo d'Italia waarin Mussolini geschreven had: ‘Pas als de dag zal aanbreken, waarop de strijd weer gaat tussen man en man, tussen volk en volk, zal de strijd ontketend worden die leven betekent, de levensstraal.’
Zo'n maatschappijbeeld is te vergelijken met een ridderlijke vorm van ‘gribbelegrabbele’ zoals Ter Braak dat op de lagere school speelde. Een jongen gooide een appel op, en dan mocht iedereen proberen die te pakken te krijgen, maar zonder handtastelijkheden. Maar het draaide vaak uit op ‘in de plukharen’, de ruwe variant van dat spel.
Opgenomen in VWtB IV, 559-561.
| |
III 9, 843 Vlaanderen
III 9, 844-851 Nachttrein
Gerard Walschap
Vervolgd in IV 1, 75-81
| |
III 9, 852-859 Ik en mijn oom Louis
Marcel Matthijs
bio- en bibliografische gegevens
Marcel-Gustaaf Matthijs werd geboren op 11 januari 1899 in Oedelem en overleed op 30 augustus 1964 in Oedelem. Na een paar jaar lagere school leidde hij een zwervend bestaan en werd na de eerste Wereldoorlog gestraft voor collaboratie. Daarna vestigde hij zich als meubelmaker. In 1941 werd hij burgemeester van Oedelem. Van 1944 tot 1948 bracht hij door in interneringskamp en gevangenis wegens collaboratie in de tweede Wereldoorlog. Daarna hervatte hij zijn meubelmakerij en stoffeerde spoorwagens voor de Amerikaanse spoorwegen. In 1960 trok hij zich wegens ziekte terug uit zijn zaak.
Hij debuteerde in 1918 met de verhalenbundel Gebeurtenissen (Verbeke-Loys, Brugge). Ten tijde van Forum publiceerde hij ook in De Tijdstroom (1930-1934), De Vrije Bladen (1933) en Prisma (1935). Van 1938 tot 1940 was hij redacteur van Vormen.
Bibliografie en biografie in Fernand Bonneure, Marcel Matthijs, Desclée de Brouwer, Brugge [1965].
Nog eens verschenen in het tijdschrift Nederland, november 1937, blz. 942-947.
| |
| |
Marcel Matthijs
| |
III 9, 860-884 Tsjip [3]
Willem Elsschot
|
|