| |
| |
| |
vierde nummer Gedateerd: April 1934 (Du Perron ontving dit nummer pas op de middag van 11 april 1934 in Parijs; BW II, 376-377)
III 4, 289 Vlaanderen
Max Lamberty, mei 1933
| |
III 4, 290-302 Hitler
Max Lamberty
bio- en bibliografische gegevens
Maximiliaan C.G. Lamberty werd geboren op 31 december 1893 in Sint-Gillis-Brussel. Hij studeerde sociale wetenschappen in Gent en was hoogleraar in Antwerpen en aan de Koninklijke militaire school in Brussel. Hij schreef een Philosophie der Vlaamsche beweging (1933).
‘Hitler zegevierde op het oogenblik dat de massa volstrekt aan alles was gaan
| |
| |
twijfelen en veel meer een nieuw geloof, een nieuwe levensleiding, dan brood nodig had. Hij heeft het Duitsche volk materieel niet rijker gemaakt, maar hij heeft den geest van het Duitsche volk bevredigd.’
Du Perron aan Ter Braak, 11 april 1934 [BW II, 377]: ‘Me dunkt dat die Vlaamsche meneer Lamberty een verkapte lofrede op held Hitler heeft gehouden, en wel op de frontpagina's van Forum. Leuk is dat. Zou je Jef Last niet vragen een stuk te schrijven tegen het nazisme en dat in het volgende nr. op deze “eereplaats” zetten?’
Opgenomen in Max-C.-G. Lamberty, Heerschappij en nood der ideeën of twintig jaar Europeesche geschiedenis, Cultura, Brugge, 1935.
| |
III 4, 303 Bij den dood van Pijper; handelsreiziger [g]
Richard Minne
Opgenomen in Richard Minne, Wolfijzers en schietgeweren, Manteau, Nijgh en Van Ditmar, Brussel, Rotterdam, 1942; en in RMZ.
| |
III 4, 304 Aanwezigheid [g]
Karel Leroux
III 4, 305-329 Celibaat [4]
Gerard Walschap
III 4, 330 Ode aan de geliefde [g]
P.
Opgenomen in Maurice Roelants, Vuur en dauw, Desclée de Brouwer, Brugge, Utrecht [1965], onder de titel Ode.
| |
III 4, 331-332 De keerzijde. De predikers en de slechte vrouw G[erard]. W[alschap].
Over vier Jezuieten en hun bezorgdheid om pornografie.
| |
III 4, 332-333 De keerzijde. Tendenz-kunst M[aurice]. R[oelants].
Pleidooi voor goede tendenskunst.
| |
| |
| |
III 4, 334 De keerzijde. Nog over mummies
G[ijsen].
Over het streekblad Belang van Limburg.
| |
III 4, 335 Nederland
III 4, 336-337 Wachtende op de barbaren [g]
Konstandinos P. Kavafis [vertaald uit het Grieksch door G.H. Blanken]
Aangeboden via S. Vestdijk met 20 andere Kavafis-vertalingen (zie collectie-Forum LM).
| |
bio- en bibliografische gegevens
Konstandinos Kavafis werd geboren op 17 april 1863 in Alexandrië en overleed op 29 april 1933 in Alexandrië. Hij was tot 1922 ambtenaar op een Egyptisch ministerie.
Hij publiceerde aanvankelijk zijn verzen op losse blaadjes, later ook in tijdschriften. Pas in 1935 verschenen zijn Piimata, zijn verzamelde verzen.
G.H. Blanken werd geboren op 25 juni 1902 in Varsseveld. Hij studeerde klassieke letteren en Byzantijns en Nieuwgrieks in Leiden en aan de Sorbonne en in Athene. In 1929 werd hij leraar, van 1952 tot 1954 was hij rector van het Erasmiaans gymnasium in Rotterdam en sinds 1954 is hij hoogleraar in de laat-Griekse taal- en letterkunde, Byzantinologie en Nieuwgriekse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam.
Ten tijde van Forum publiceerde hij ook vertalingen van Kavafis in Hermeneus (1934) en in Helikon (1934).
Biografie in LM.
Dit gedicht en de volgende tot en met III 4, 342 zijn opgenomen in Vijf en twintig verzen van Konst. P. Kavafis, Alkmaar, 1934; in K.P. Kavafis, Vijftig gedichten, De Beuk, Amsterdam, 1955; en in K.P. Kavafis, Honderd gedichten, Moussault, Amsterdam, 1962.
| |
III 4, 338 De stad [g]
Konstandinos P. Kavafis
III 4, 339 De stappen [g]
Konstandinos P. Kavafis
III 4, 340 Priester van het serapeion [g]
Konstandinos P. Kavafis
| |
| |
III 4, 341 ‘Che fece ... il gran rifiuto’ [g]
Konstandinos P. Kavafis
III 4, 342 In de maand Athyr [g]
Konstandinos P. Kavafis
III 4, 343-353 Hoofdstukken over Ulysses [slot]
S. Vestdijk
III 4, 354 Spel [g]
Man Arnet
opdracht
Voor Jan Gin [dichter, onder andere medewerker van Het Venster].
| |
III 4, 355 Gedicht [g]
Cola Debrot
Opgenomen in Cola Debrot, Bekentenis in Toledo, De Ceder [Meulenhoff, Amsterdam, 1946] onder de titel Buiten bereik.
| |
III 4, 356-362 Einstein
Menno ter Braak
Naar aanleiding van Albert Einstein, Mein Weltbild.
Opgenomen in Menno ter Braak, Het tweede gezicht, Boucher, 's-Gravenhage, 1935; en in VWtB III, 497-502.
| |
III 4, 363 Oude van dagen [g]
Camp de Basschaerde [pseudoniem van Barend de Goede]
bio- en bibliografische gegevens
Barend de Goede werd geboren op 7 maart 1915 in Arnhem. Hij studeerde rechten in Utrecht en Leiden en is nu hoogleraar aan de rijksuniversiteit in Leiden. Hij debuteerde in augustus 1932 in De Nieuwe Gids onder het pseudoniem Camp de Basschaerde. Ten tijde van Forum publiceerde hij ook in De Nieuwe Gids (1932, 1933), Leven en Werken (1933), Nederland (1933), Groot Nederland (1933), Boekenschouw (1934), Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift (1934, 1935), Dietsche Warande en Belfort (1934; daar is abusievelijk Pomp in plaats van Camp gedrukt), De Tijdstroom en Het Venster (1934). Brieven in LM.
Opgenomen in Barend de Goede, Tusschen twee vuren, Kok, Kampen [1936].
| |
| |
| |
III 4, 364-379 Het leven op aarde [4]
J. Slauerhoff
III 4, 380-381 Panopticum. De Brueghels
M[enno]. t[er]. B[raak].
Naar aanleiding van een collectie ‘jongere Brueghels’, tentoongesteld in de kunsthandel P. de Boer in Amsterdam. Met enige opmerkingen over het epigonisme, ook de relatie tussen J. Slauerhoff en J.J. van Geuns.
Opgenomen in het hoofdstuk Journaal van het tweede gezicht in Menno ter Braak, Het tweede gezicht, Boucher, 's-Gravenhage, 1935; en in VWtB III, 555-557.
| |
III 4, 381-382 Panopticum. Corruptie
M[enno]. t[er]. B[raak].
Een fascist had tegen Ter Braak gezegd dat het fascisme de corruptie zou opruimen.
‘Misschien (ik ben daar nog niet eens zoo zeker van) is het wenschelijk de corruptie tot een minimum te beperken; en vast staat wel, dat al te erge corruptie aanleiding geeft tot uitplundering van kleine spaarders, winkeliers en alle andere consciëntieuze belastingbetalers, waarop de heer Mussert zijn wonderlijk huis gebouwd heeft.’ Maar de politici die zo schreeuwen tegen corruptie, verlangen zelf duidelijk naar de toestand ‘waarin zij zelf, onbelemmerd door een nog te critische democratie, hun eigen vorm van corruptie met goed geweten kunnen toepassen. Als zoodanig lijken zij sprekend op de antisemieten, die overal het jodencomplot bespeuren, alleen maar, omdat de wereld hun nog geen gelegenheid heeft gegeven hun eigen complotten vrijuit te smeden.’
Opgenomen in het hoofdstuk Journaal van het tweede gezicht in Menno ter Braak, Het tweede gezicht, Boucher, 's-Gravenhage, 1935; en in VWtB III, 557-558.
| |
III 4, 382-384 Panopticum. De derde knal
E. d[u]. P[erron].
Over kritiek.
| |
III 4, 384 Panopticum. Holland vanuit een vliegtuig gezien
H. Marsman
Naar aanleiding van Op vleugels boven eigen land, Leopold, Den Haag, 1934. |
|