| |
| |
| |
twaalfde nummer Gedateerd: December 1933 (verschenen op 8 december 1933; BW II, 266)
II 12, 833-835 Overgang
Redactie [gevolgd door een dankwoord aan Du Perron door Menno ter Braak en Maurice Roelants, dat geschreven is door Ter Braak - BW II, 241]
‘Forum verschijnt in 1934 onder twee van elkaar onafhankelijke redacties, die alleen geregeld overleg zullen plegen omtrent het algemeen beginsel. De redactie voor Nederland is samengesteld uit Menno ter Braak, S. Vestdijk, Victor E. van Vriesland en Everard Bouws als secretaris; de redactie voor Vlaanderen uit Marnix Gijsen, Reimond Herreman, Maurice Roelants en Gerard Walschap. [...] Wij meenen het aan anderen te moeten overlaten, ons werk van twee jaren te beoordeelen. Wij waren vaak polemisch, wij hebben ons niet ontzien, allerlei heilige huisjes aan te tasten, als wij dat noodzakelijk achtten, maar wij hebben daarbij gestreefd naar een zoo hoog mogelijke qualiteit der bijdragen. [...] Wij gaan verder, naar wij hopen op denzelfden grondslag van samenwerking, die, zoo er al kleine meeningsverschillen waren, in het verleden nimmer heeft ontbroken.’
Uit het dankwoord aan Du Perron: ‘Het publiek heeft du Perron sedert het verschijnen van het eerste nummer leeren kennen als een hartstochtelijk polemist, die nooit anders sprak dan van man tot man, als het om den mensch of de zaak ging, die hem na aan het hart lag of afkeer inboezemde, die alle conventies van het “artikel” en het “betoog” verwierp om in zoo direct mogelijken vorm te zeggen, waarom het hem te doen was. Deze vrijmoedigheid, deze durf heeft hem de eer verschaft één van de meest gehate auteurs van Nederland te worden; en voor hen, die zijn persoonlijken en onafhankelijken stijl kennen, zegt dit tevens, dat hij daardoor misschien weinig talrijke, maar des te verknochter vrienden heeft verworven.’
Het afscheid van Du Perron in II 12, 896-899.
Ter Braak aan Du Perron, 8 december 1933 (BW II, 266-267): ‘Aangezien ik nog schuim van woede over den laatsten poets, die onze Everard mij gebakken heeft, kan ik mijn pen nog nauwelijks vasthouden. Hij heeft n.l., zooals ik juist in het vandaag verschenen Forum ontdek, nadat ik de proef van de inleiding gecorrigeerd had, zijn eigen naam ingevuld als lid van de nederlandsche redactie, zoodat momenteel in Nederland bekend wordt, dat de redactie van Forum is aangevuld niet alleen met de heeren Vestdijk en v. Vriesland, maar ook met een zekeren Bouws!! De naïeve schunnigheid van deze poets verbaast mij nog zoo, dat ik de feiten nauwelijks geloof; maar het is zoo. Je begrijpt, dat dit het laatste is. Vandaag krijgt hij van mij een brief, met instemming van Vic en Zijlstra, dat hij ophoepelen kan.’
Zie ook III 1, 2, en brief van E. Bouws aan J. Greshoff van 1 maart 1934 (in Greshoff-collectie LM): ‘Zulks heb ik met, laten we zeggen, een soort ijdelheidselement, overigens met (niet betwiste) goede bedoeling gedaan, in de blijkbaar foutieve opvatting dat ik als secretaris deel van de redactie uitmaakte.
| |
| |
- Dat Menno van het stuk na deze correctie geen nieuwe proef heeft gehad was zuiver een toeval. -’
Du Perron aan Ter Braak, 9 december 1933 (BW II, 268): ‘De woorden aan mij gewijd zijn zéér roerend en verdienen véél dank.’
| |
II 12, 836 Oud [g]
J. Slauerhoff
Opgenomen in VWSl III, 179.
| |
II 12, 837 Nog [g]
J. Slauerhoff
Opgenomen in VWSl III, 194.
| |
II 12, 838-839 Nocturne [g]
J. Slauerhoff
Opgenomen in J. Slauerhoff, Soleares, Stols, Maastricht, 1933; en in VWSl III, 74.
| |
bespreking
Gabriel Smit in De Nieuwe Gemeenschap, maart 1934, blz. 191:
‘Een vers als Nocturne, een der zeer weinige plaatsen in Soleares, waarop men in en achter de woorden een trilling voelt, is minstens walgelijk; het is alleen van belang als stof voor een sexueel-pathologische studie.’
| |
II 12, 840 Territorio [g]
J. Slauerhoff
Opgenomen in J. Slauerhoff, Soleares, Stols, Maastricht, 1933; en in VWSl III, 102.
| |
II 12, 841-861 Een schrijver na zijn dertigste jaar
Menno ter Braak
Opgenomen in Menno ter Braak, Politicus zonder partij, Nijgh en Van Ditmar, Rotterdam, 1934 als eerste hoofdstuk. (Aanvankelijk zou dat boek De ingebeelde zieke heten; BW I, 290).
| |
| |
| |
besprekingen
Max Kijzer in De Nieuwe Gids, januari 1934, blz. 98-99.
Boekenschouw, jaargang 28, 1934, blz. 91.
W.A. Kramers in Den Gulden Winckel, mei 1934, blz. 81-82.
Anton van Duinkerken in De Tijd, 8 mei 1934 (VGvD II, 170-174):
‘Zijn flauwiteiten ten koste van de theologie, zijn kinderachtige tweedehandsche minachting van het christendom, zijn aandriftloos verguizen van dingen, waaraan hij nog lang niet toe is, zijn voorgewende brutaliteit en zijn naïeve aanstellerij van man-die-het-wel-zeggen-durft, verarmen zijn toch reeds geheel bloedloozen stijl tot een zemelachtigen, daar is geen ander woord voor.’
Nederland, juni 1934.
Victor Varangot in Groot Nederland, september 1934, blz. 283-285.
| |
II 12, 862 Carpe diem [g]
J. van Nijlen
Opgenomen in Jan van Nijlen, Geheimschrift, Enschedé, Haarlem, 1934; en in VGvN.
| |
II 12, 863 De desperate dronkaard [g]
J. van Nijlen
Opgenomen in Jan van Nijlen, Geheimschrift, Enschedé, Haarlem, 1934; en in VGvN.
| |
II 12, 864-879 Het veer
S. Vestdijk
Opgenomen in S. Vestdijk, De dood betrapt, Nijgh en Van Ditmar, Rotterdam, 1935.
| |
besprekingen
Menno ter Braak in Het Vaderland, 16 juni 1935.
E. du Perron in Groot Nederland, december 1935, blz. 570 (VWdP VI, 15-27).
| |
II 12, 880-884 Schimp- en vloekverzen en fuifliederen van het Spaansche volk [g]
Hendrik de Vries
Opgenomen (op enkele na) in Hendrik de Vries, Coplas, De Spieghel, Het Kompas, Amsterdam, Antwerpen, 1935.
| |
| |
Frans Buyle
| |
II 12, 885-887 Illusie
Victor Varangot
II 12, 888 Uitbloei [g]
Frans Buyle
bio- en bibliografische gegevens
Frans Buyle werd geboren op 18 september 1913 in Sint-Niklaas. Hij was achtereenvolgens wever, vertegenwoordiger van een uitgeverij en (1941-1944) kunstcriticus van Het Vlaamsche Land.
Hij publiceerde ten tijde van Forum ook in Dietsche Warande en Belfort (1935), en onder de naam J. Verbruggen in Forum III en IV.
Documenten, brieven en knipsels in AMVC en brieven en knipsels in LM.
Bibliografie in André Demedts, De Vlaamsche poëzie sinds 1918, Pro Arte, Diest, tweede druk 1945.
Opgenomen in Frans Buyle, De steen der wijzen, De Sikkel, Antwerpen, 1937.
| |
II 12, 889 Klacht [g]
Louis de Bourbon
| |
| |
II 12, 890-894 Bij een ‘slechte roman’
Elisabeth de Roos
Naar aanleiding van Les pléiades (1874) van Joseph Arthur de Gobineau (1816-1882).
De drie hoofdfiguren in dit boek noemen elkaar ‘trois calenders, fils de rois’. Daar ontleende Du Perron het begrip ‘kalender’ aan dat in de briefwisseling van 1933 een rol speelt (bijvoorbeeld BW II, 132) en waar het hoofdstuk De kalender en de notaris in De smalle mens (VWdP II, 646-652) over gaat.
| |
II 12, 895 Zuidelijke bloemenmarkt [g]
Eric van der Steen [pseudoniem van Dick Zijlstra]
bio- en bibliografische gegevens
Dick Zijlstra, een broer van de uitgever van Forum, Doeke Zijlstra, werd geboren op 14 september 1907 in Alkmaar. Hij studeerde rechten en was redacteur van Het Parool.
Brieven, documenten en knipsels in LM en AMVC.
Opgenomen in Eric van der Steen, Controversen, Mees, Santpoort, 1938, onder de titel Zuidelijk.
| |
II 12, 896-899 Panopticum. Afscheid van Kostersloot
E. d[u]. P[erron].
Zie ook III 2, 187-188, en III 7, 586-599.
| |
bespreking
Theun de Vries in Den Gulden Winckel, januari 1934.
Opgenomen in het hoofdstuk Jan Lubbes in E. du Perron, De smalle mens, Querido, Amsterdam, 1934; en in VWdP II, 680-685.
| |
II 12, 900 Panopticum. Heldenvereering
M[enno]. t[er]. B[raak].
Naar aanleiding van boze reacties in de Nieuwe Rotterdamsche Courant tegen de visie van de overzichtschrijver dr. M. van Blankenstein (1880-1964) op de ontwikkeling in Duitsland.
Zie de notitie bij II 11, 794-796.
Opgenomen in het hoofdstuk Journaal van het tweede gezicht in Menno ter Braak, Het tweede gezicht, Boucher, 's-Gravenhage, 1935; en in VWtB III, 549-550. |
|