| |
| |
| |
negende nummer
Gedateerd: September 1933
II 9, 625-637 Trouwen [fragment uit de roman]
Gerard Walschap
bio- en bibliografische gegevens
Gerard Jacob Lodewijk Walschap werd geboren op 9 juli 1898 in Londerzeel. Hij studeerde wijsbegeerte in Leuven, en was later staatsinspecteur van de openbare bibliotheken.
Hij debuteerde in 1923 met Liederen van leed, Vermaut, Kortrijk. Hij was redacteur-secretaris van Het Vlaamsche Land (1928), Hooger Leven (1928-1938) en Dietsche Warande en Belfort (1930-1935). Ten tijde van Forum publiceerde hij ook in Dietsche Warande en Belfort (1932-1935).
Bibliografie in Documentatiedienst LM/AMVC; zie ook B.-Fr. van Vlierden, Gerard Walschap, Desclée de Brouwer, Brugge, 1958 en het Walschapnummer van Raam, december 1968.
Documenten, brieven en knipsels in AMVC; knipsels in LM.
Du Perron aan Ter Braak, 4 februari 1933 (BW I, 438): ‘Vanmorgen kreeg ik 2 pakken van Walschap: kleine romans, Carla en Trouwen. Ik moet die rommel lezen, en heb er heel weinig tijd voor, zoodat het wel wat zal duren, voor ik ze je zend. Als het eenigszins kan, is Trouwen beter dan Carla voor ons, omdat het 1o korter is, 2o niet een vervolg van elders verschene boeken (Adelaïde, Eric). Maar ik ben er lang niet zeker van dàt het iets voor ons is, en dat Walschap zelf nog iets beteekent. Zijn Eric was veel zwakker dan Adelaïde, en die katholieke kant van hem hoort ook minder bij ons thuis.’
Opgenomen in Gerard Walschap, Trouwen, Nijgh en Van Ditmar, Rotterdam, 1933.
| |
besprekingen
Victor E. van Vriesland in Nieuwe Rotterdamsche Courant, 11 november 1933: ‘Het is Walschap gelukt dit bittere brok leven eerlijk en onbevangen, zonder valsche idealiseering, met al zijn verschrikking en al zijn rijke goedheid en geluk uit te beelden tot een onvergetelijk tableau, voorgoed overstraald door een glans van schoonheid, die het natuurlijke licht slechts van de grootste kunstenaars is. Wij huldigen, eeren en danken hem daarvoor.’ (Dit citaat staat niet in OV I, 634-635.)
(Du Perron aan Ter Braak, 11 december 1933 (BW II, 272): ‘Je moet Vic toch eens vragen (doe het-!) in welke geestesgesteldheid hij verkeert als hij zulke drastische onzin uitkalt als over Trouwen van Walschap. Het is een gebulk waar Coster zich nog voor schamen zou. Is het om Walschap eigenlijk stiekum te verneuken, of meent Vic het een beetje, of is hij gewoon dupe geworden van zijn kunstredacteurschap en het vocabulaire dat men als zoodanig heeft te gebruiken?’)
Marnix Gijsen in De Standaard (België), december 1933.
Marnix Gijsen in De Boekenkast, 1 december 1933, blz. 138-139.
| |
| |
Gerard Walschap
Urbain van de Voorde in Dietsche Warande en Belfort, januari 1934, blz. 57-60:
‘Thans [...] waar de regeerders van het nieuwe Duitschland onder het slagwoord “Blut und Boden” de volksmassa's zooveel mogelijk terug naar den grond, naar de natuur, naar landbouw en veeteelt trachten te drijven, zoowel om de zedelijke ontworteling van het volk in de groote steden te keer te gaan als om de ontredderde nijverheid van overbodige werkkrachten te ontlasten, - thans zal een boek als Trouwen in Duitschland wel zeer “zeitgemäss” moeten aandoen: ware ik Hitler of zelfs maar Walter Darré [de nazi-minister van landbouw], ik liet het op Staatskosten in honderdduizenden exemplaren in het heele land verspreiden en ik schonk den auteur de orde “Pour le Mérite”. Mij dunkt, Segen der Erde, zooals Trouwen in het Duitsch heet of zal heeten, komt bij onze Oosterburen op een ten minste even geschikt moment als Pallieter destijds midden in den oorlog.’
Menno ter Braak in Het Vaderland, 14 januari 1934 (VWtB V, 72-76):
| |
| |
J. Slauerhoff
‘De Vlaamsche leutigheid van den heer Felix Timmermans ziet men hier in haar tegendeel verkeeren. Er komt uit dezen roman iets van de stank van tot ontbinding overgegane stoffen, waarvan men zich de oorspronkelijke, gezonde toestand nog best herinnert; die oorspronkelijke toestand was het Vlaanderen beleefd met de instincten van Pallieter, een gezondheid trouwens, die niet geheel onverdacht was, want gezonde menschen maken niet zulk extatisch lawaai over hun toestand. [...] Pallieter in staat van ontbinding, ziedaar Gerard Walschaps huidige levensvisie.’
De Groene Amsterdammer, 3 maart 1934.
Urbain van de Voorde in De Stem, april 1934, blz. 413-416 (Critisch Bulletin, blz. 125-127).
Herman Robbers in Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift, april 1934, blz. 283.
Gerard van Eckeren in Den Gulden Winckel, mei 1934, blz. 76-77.
Gerard Knuvelder in Roeping, mei 1934, blz. 620-623.
De Nieuwe Eeuw, 24 mei 1934.
Eva Raedt-de Canter in Groot Nederland, juni 1934, blz. 566.
Boekenschouw 27 (1933-1934), blz. 373-374.
| |
| |
Slauerhoff in Zuid-Amerika, omstreeks 1929
| |
II 9, 638-639 Samenval [g]
J. Slauerhoff
Over de relatie tussen J. Slauerhoff en Po Ju (Po Tsju I) zie Louis J.E. Fessard, Jan Slauerhoff (1898-1936), l'homme et l'oeuvre, Nizet, Paris, 1964, blz. 105-111.
Opgenomen in VWSl III, 198.
| |
II 9, 640 Fernando Po [g]
J. Slauerhoff
Opgenomen in J. Slauerhoff, Soleares, Stols, Maastricht, 1936; en in VWSl III.
| |
II 9, 641-658 De grote dingen van de planken
E. du Perron
Dit stuk was oorspronkelijk bestemd voor een speciaal brievennummer van Forum (BW I, 448), waarvoor Du Perron dacht aan medewerking van Ter Braak, Elisabeth de Roos, J. Greshoff, A. Roland Holst, Jan van Nijlen,
| |
| |
Maurice Roelants, H. Marsman, J. Slauerhoff, Arthur van Schendel en S. Vestdijk (BW I, 400-401). Maar dat is er niet van gekomen (zie ook BW II, 32 en 34), evenmin als het ‘jong-Italiënummer’ (BW I, 376) en de Forumschriften (of Cahiers van Forum of Brochures van Forum; BW I, 396), ook ideeën van Du Perron. Ook al niet het idee van Ter Braak voor een ‘individualismenummer’ (BW II, 389) of dat voor een novellennummer (BW III, 18) dat in november 1934 zou verschijnen met werk van Cola Debrot, Victor Varangot, S. Vestdijk en Vlamingen (‘tot nog toe zijn Vlamingen altijd beter op novellistisch gebied gebleken dan de Noord-Nederlanders!’ - S. Vestdijk aan J. Greshoff, 16 augustus 1934, brief in LM).
Ter Braak aan Du Perron, 21 juli 1933 (BW II, 112): ‘Het is een meesleepend essay (alleen hier en daar misschien iets te veel herhalend, waar je het over den regisseur hebt), maar het zal ongetwijfeld voor de aestheten en tooneelexperts te intelligent gedacht zijn om indruk te maken.’
Opgenomen in E. du Perron, De smalle mens, Querido, Amsterdam, 1934; en in VWdP II, 537-555.
| |
II 9, 659-672 Kaas [3]
Willem Elsschot
II 9, 673-684 Een, twee, drie, vier, vijf
S. Vestdijk
Opgenomen in H. Marsman en E. du Perron, De korte baan, Nieuwe Nederlandsche verhalen, Querido, Amsterdam, 1935.
| |
bespreking
E. du Perron in Groot Nederland, december 1935, blz. 571-572 (VWdP VI, 15-27).
| |
II 9, 685 Zondagmiddag-emotie [g]
Taeke de Groot
bio- en bibliografische gegevens
Taeke de Groot werd geboren op 26 mei 1903 in Amsterdam.
Hij publiceerde ten tijde van Forum ook in Helikon (1934, 1935), De Stem (1935) en Dietsche Warande en Belfort (1935).
Brieven in LM.
| |
II 9, 686-700 De mapen [2]
Cola Debrot
|
|